Beperkingen op de leden
 
[ 24·3·3 ]
 
1 Afgezien van de in besproken gelijkwaardigheid, is een eerste beperking op de leden van nevenschikkingen, dat de aard ervan mede bepaald wordt door het betekenisverband dat de voegwoorden of reeksvormers aangeven. Een nevenschikking met het voegwoord maar bijvoorbeeld is onmogelijk met leden die niet als tegengestelden kunnen worden opgevat. Vandaar het ongewone van een zin als:

(1) Ik vind haar lief maar leuk.   <<twijfelachtig>>

Wel gewoon zijn bijv. de zinnen:

(2) Ik vind haar lief maar lelijk. (tegenstelling)
(3) Ik vind haar lief en leuk. (aaneenschakeling)


 
2 Verder komen de volgende taalelementen niet voor nevenschikking in aanmerking:

·   onbeklemtoonde voornaamwoorden:

(4a) Jij en ik zullen dat wel opknappen.
(4b) Je en 'k zullen dat wel opknappen.   <<uitgesloten>>
(5a) Hij heeft zijn en haar boek weggegooid.
(5b) Hij heeft z'n en 'r boek weggegooid.   <<uitgesloten>>

Opmerking



·   lidwoorden:

(6) Een of het paard stond te grazen.   <<uitgesloten>>

Wel kan iemand in geval van twijfel vragen:

(7) Zeg je in het Nederlands de of het paard?

Het gaat hier om het gebruik in zelfnoemfunctie van de lidwoorden.

·   taalelementen waarmee de taalgebruiker zijn houding uitdrukt ten opzichte van de zinsinhoud, met name tussenwerpsels en modale bepalingen:

(8) Ik heb verdraaid en verdorie de verkeerde knop ingedrukt.   <<uitgesloten>>
(9) Hij is stellig of misschien dood.   <<uitgesloten>>
(10) We zijn lekker en gelukkig van hem af.   <<uitgesloten>>

Modale bepalingen kunnen echter wel nevengeschikt worden wanneer de spreker zijn eigen mening corrigeert of nuanceert, of wanneer hij naast zijn eigen mening ook die van anderen noemt:

(11) Hij zal zeker of in elk geval heel waarschijnlijk een toespraak houden.
(12) Hij zal waarschijnlijk, en volgens sommigen zelfs zeker, een motie van wantrouwen indienen.

Voor zinnen als deze wordt verwezen naar respectievelijk .

     Ook in vaste combinaties met eenheidsbetekenis (bijv. de modale bepaling wis en waarachtig) komt nevenschikking voor (zie ).
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina