Inleiding
 
[ 22·4·1 ]
 
Zoals in en gedemonstreerd wordt, hebben actieve en passieve zinnen vaak een heel eigen gebruikswaarde. Beide constructies kunnen dan ook niet altijd of niet altijd zonder meer door elkaar vervangen worden.
     In stilistische handleidingen en werken voor taaladvisering wordt vaak gewaarschuwd voor een overbodig of overmatig gebruik van passieven. Het gaat dan bijvoorbeeld om gevallen als:

(1a) Door de regering wordt overwogen (om) een verlengde dienstplicht in te stellen.
(1b) De regering overweegt (om) een verlengde dienstplicht in te stellen.

Een opeenhoping van passieve zinnen in een tekst kan inderdaad storend zijn, al moet hierbij opgemerkt worden dat passieven met worden veelal eerder als storend ervaren worden dan passieve zinnen met zijn (vergelijk ). Aangezien het simpelweg vervangen van een passieve zin door een actieve niet altijd een adequate oplossing is, kan men, als men tenminste het gebruik van (teveel) passieve zinnen wil vermijden, zijn toevlucht zoeken tot alternatieve constructies die ook een passieve betekenis hebben. Een aantal van die mogelijkheden wordt in de volgende subparagraaf kort besproken. Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina