|
|
Afhankelijke zinnen
|
[ 21·9·2·2 ]
|
|
Bepaalde types afhankelijke zinnen, ook zinnen met voor-pv (zie
en
), komen in de uitloop voor. Het betreft:
|
·
toegevende
zinnen met (ook) al of hoe/wat/wie...
ook, bijv.:
|
(1)
|
Paul |zal| zeker niet |komen|, ook al heeft hij de tijd.
|
|
(2)
|
Je |kunt| toch niet |slagen|, hoe je je ook inspant.
|
In zulke gevallen kan in de eigenlijke zin het bijwoord toch
optreden, dat een tegenstelling uitdrukt, maar dat is niet verplicht.
Toegevende zinnen zonder voegwoord komen niet in de
uitloop voor, bijv.:
|
(3)
|
Het succes |bleef| toch maar klein | |, was de reclame groot.
<<uitgesloten>>
|
·
sommige vergelijkende zinnen met alsof,
bijv.:
|
(4)
|
Geer |timmerde| gauw even een kruidenrekje | |, alsof het een
alledaagse klus was.
|
|
(5)
|
Rik |had| al min of meer |besloten| om ontslag te nemen, alsof het
werk nu al af was.
|
|
|
|
|
|