Schakeringspartikels
 
[ 21·4·9·4·ii ]
 
Oordeelspartikels zoals

toch dan maar nou eens even

, die we op grond van hun betekenisbijdrage aan de zin schakeringspartikels noemen, kunnen in combinatie met elkaar in een zin voorkomen (zie , [8] [b]). De onderlinge volgorde waarin deze partikels optreden, hangt af van hun functie: schakeringspartikels die de inhoud van een zin versterken (bijv.

nou toch

) kunnen gevolgd worden door schakeringspartikels die een verzachtende werking hebben (bijv.

maar eens

), niet andersom. Voorts kan in reeksen partikels even alleen maar als laatste voorkomen en kunnen dan en nou alleen maar aan het begin staan. Voorbeelden zijn:

(1a) |Geef| die boeken dan nou toch maar eens even hier.
(1b) |Geef| die boeken toch maar dan nou even eens hier.   <<uitgesloten>>
(2a) Ik |heb| hem maar eens even |geholpen.|
(2b) Ik |heb| hem eens even maar |geholpen.|   <<uitgesloten>>


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina