|
Oordeelspartikels zoals
toch
dan
maar
nou
eens
even
, die we op grond van hun betekenisbijdrage aan de zin schakeringspartikels
noemen, kunnen in combinatie met elkaar in een zin voorkomen (zie
, [8] [b]). De onderlinge volgorde waarin deze
partikels optreden, hangt af van hun functie: schakeringspartikels die de
inhoud van een zin versterken (bijv.
nou
toch
) kunnen gevolgd worden door schakeringspartikels die een verzachtende
werking hebben (bijv.
maar
eens
), niet andersom. Voorts kan in reeksen partikels even alleen
maar als laatste voorkomen en kunnen dan en nou
alleen maar aan het begin staan. Voorbeelden zijn:
|
(1a)
|
|Geef| die boeken dan nou toch maar eens even hier.
|
|
(1b)
|
|Geef| die boeken toch maar dan nou even eens hier.
<<uitgesloten>>
|
|
(2a)
|
Ik |heb| hem maar eens even |geholpen.|
|
|
(2b)
|
Ik |heb| hem eens even maar |geholpen.|
<<uitgesloten>>
|
|
|