De door-bepaling (handelend voorwerp)
 
[ 20ยท8 ]
 
1 In passieve zinnen kan een met door ingeleid zinsdeel optreden, dat door-bepaling of handelend voorwerp genoemd wordt. Dit zinsdeel is onderwerp in de actieve zin die met de passieve correspondeert. Vergelijk:

(1a) Simon Vestdijk heeft dit boek geschreven.
(1b) Dit boek is geschreven door Simon Vestdijk.

De door-bepaling blijft in de passieve zin als logisch onderwerp fungeren (zie hiervoor ).
     De door-bepaling komt lang niet in alle passieve zinnen voor. In (1b) is ze noodzakelijk aanwezig, maar in andere zinnen kan of moet ze achterwege blijven (zie en ). Voorbeelden van passieve zinnen zonder door -bepaling zijn:

(2) De brand werd snel geblust.
(3) Er zijn dit jaar maar weinig huizen gebouwd.


 
2 Niet ieder met door ingeleid zinsdeel is een door -bepaling in de bovenbedoelde zin; het kan bijv. ook een bijwoordelijke bepaling van causaliteit zijn. Vergelijk:

(4) We werden nat door de regen. (bepaling van causaliteit)
(5) We werden nat gespoten door de buurjongen. (door -bepaling; handelend voorwerp)

Een bepaling met door in een passieve zin kan daarom soms op twee manieren opgevat worden. Zo is de volgende zin voor twee interpretaties vatbaar, al naargelang door dat kind handelend voorwerp of bepaling van causaliteit is:

(6) Door dat kind zijn heel wat boeken verkocht.

Betekent (6) ' Dat kind heeft heel wat boeken verkocht' en is de zin dus als passieve tegenhanger van een actieve zin te beschouwen, dan hebben we met een handelend voorwerp te maken.
     Is de zin echter te interpreteren bijvoorbeeld als: 'Doordat het lezerspubliek wist dat de schrijfster een kind kreeg, zijn er heel wat boeken verkocht', dan is er sprake van een bijwoordelijke bepaling van causaliteit.
 
3 Wat de bouw betreft heeft de door-bepaling een aantal mogelijkheden gemeen met (andere) voorwerpen die in de vorm van een voorzetselconstituent kunnen optreden. Als deel van de voorzetselconstituent met door komen voor: naamwoordelijke constituenten met een substantief of een voornaamwoord als kern (in het laatste geval wordt de voorzetselconstituent soms door een voornaamwoordelijk bijwoord vervangen) en bijzinnen met ingesloten antecedent. Voorbeelden van de eerstgenoemde mogelijkheid zijn de zinnen (1b) en (5). Voorbeelden van de andere mogelijkheden:

(7) Door wie werd hij opgevolgd?
(8) De huidige structuur is door iets totaal anders vervangen.
(9) We werden er onaangenaam door verrast. (bijv. door het nieuws)
(10) De beste plaatsen worden meestal bezet door wie het eerste komen.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina