Andere elementen
 
[ 20·3·3·4 ]
 
1 Elementen uit andere dan de in de vorige subparagrafen genoemde categorieën kunnen slechts bij uitzondering als lijdend voorwerp voorkomen. Mogelijk zijn:

·   een bijwoord, bijv.:

(1) Voor die vergadering prefereer ik morgen.



·   een voorzetselconstituent, bijv.:

(2) Om zeven uur vind ik te vroeg.



·   een infinitief(constructie):

(3) Ik haat brieven schrijven.



 
2 Constructies met het voorzetsel van, zoals in het volgende voorbeeld, zijn als bijzondere gevallen van een naamwoordelijke constituent te beschouwen:

(4) We zagen daar van die aardige poppetjes. ('zulke aardige poppetjes')

Zie voor dergelijke constituenten , bij categorie [2].
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina