|
|
Komen met een infinitief met te
|
[ 18·5·4·3·iv·b ]
|
|
Gecombineerd met een infinitief met te wordt komen
gebruikt op een manier die het meest lijkt op de onder a,
[1] vermelde. Er is echter een duidelijk verschil in betekenis.
Het gebruik van de infinitief met te geeft aan dat de door het
onderwerp aangeduide persoon geen invloed uitoefent op de werking, dus niet
uit eigen keuze 'komt en...'. Vergelijk:
|
(7a)
|
De meester wees ieder van ons een plaats aan. Ik kwam naast een
brutaal ogend jongetje te zitten.
|
|
(7b)
|
Kareltje stapte parmantig de klas binnen en kwam naast mij
zitten.
|
|
(8a)
|
In het kader van de spreiding der Rijksdiensten kwam mijn vader
in Groningen te werken.
|
|
(8b)
|
Ik ben hier komen werken omdat de sfeer me wel aanstond.
|
|
(9a)
|
Aan het diner kwam Paula naast mij te zitten.
(tengevolge van de tafelschikking)
|
|
(9b)
|
Aan het diner kwam Paula naast mij zitten. (uit
eigen beweging)
|
Door dit betekenisverschil is soms alleen een zin met infinitief met
te mogelijk en geen pendant zonder te (tenzij in
een heel bijzondere context of situatie). Dit geldt bijvoorbeeld voor
(10) en (11), waar de betekenis van
komen verzwakt is en het hulpwerkwoord eigenlijk alleen nog
een omschrijvende functie heeft:
|
(10)
|
Door de gladheid kwamen ze te vallen.
|
|
(11)
|
Hij is inmiddels komen te overlijden.
|
Het omgekeerde, namelijk dat alleen een zin met komen +
infinitief zonder te mogelijk is, komt natuurlijk ook voor,
bijv. met imperatiefzinnen:
|
(12)
|
Kom hier maar zitten.
|
|
(13)
|
Kom hier maar te zitten.
<<uitgesloten>>
|
Opmerking 1
|
Komen + infinitief met te komt ook nog voor in
de vaste combinaties te weten komen en duur te
staan komen. Wat de onderlinge volgorde van de werkwoordelijke
elementen in de eindgroep betreft zijn er verschillende mogelijkheden,
waarbij ook de vorm en de functie van komen een rol spelen.
Treedt het groepsvormende werkwoord op als deelwoord
(gekomen), dan staat de aanvulling (infinitief met
te) daar verplicht vóór (zie (iia) en
(iva)). Is komen een vervangende infinitief,
dan staat de infinitief met te daar verplicht achter (zie
(iib) en (ivb)). (Voor het al dan niet
gebruiken van een vervangende infinitief in plaats van een voltooid
deelwoord in de voltooide tijden zie men
.)
Als komen als een gewone infinitief optreedt, dan is er een
verschil tussen de twee combinaties: bij te weten komen
is er in de eindgroep maar één volgorde mogelijk (zie (i)),
bij duur te staan komen zijn er twee mogelijkheden (zie
(iiia) en (iiib)). Zie voor de variatie in
volgorde ook
.
|
(i)
|
Dat zal ik nooit te weten komen.
|
|
(iia)
|
Dat ben ik nooit te weten gekomen.
|
|
(iib)
|
Dat ben ik nooit komen te weten.
|
|
(iiia)
|
Dat zal hem duur te staan komen.
|
|
(iiib)
|
Dat zal hem duur komen te staan.
|
|
(iva)
|
Dat is hem duur te staan gekomen.
|
|
(ivb)
|
Dat is hem duur komen te staan.
|
|
|
Opmerking 2
|
Is komen zelf afhankelijk van een groepsvormend werkwoord
dat een infinitief met te vereist (bijv. dreigen
of proberen), dan heeft dit tot gevolg dat in de eindgroep
twee keer te + infinitief na elkaar voorkomt. Bij vaste
combinaties is dit de enige mogelijkheid, in andere gevallen (zie bijv.
(iii)) kan het tweede te weggelaten worden.
Vergelijk:
|
(ia)
|
Ik probeerde het te weten te komen.
|
|
(ib)
|
Ik probeerde het te weten komen.
<<uitgesloten>>
|
|
(iia)
|
Die afwachtende houding dreigt de EG duur te staan te komen.
|
|
(iib)
|
Die afwachtende houding dreigt de EG duur te staan komen.
<<uitgesloten>>
|
|
(iiia)
|
Ik dreigde naast een brutaal ogend jongetje te komen te zitten.
|
|
(iiib)
|
Ik dreigde naast een brutaal ogend jongetje te komen zitten.
|
Een variant als (iiia) wordt als stilistisch niet fraai
ervaren. Vergelijk in verband hiermee
.
|
|
|
|
|
|