Preciserende voorbepalingen
 
[ 17·4·3·1 ]
 
Bijwoordelijke (of als bijwoordelijke bepaling gebruikte adjectivische) constituenten kunnen als preciserende voorbepaling binnen een voorzetselconstituent optreden. Voorbeelden (waarin de voorbepaling steeds gecursiveerd is):

(1) schuin tegenover de kapper
(2) kort voor de oorlog
(3) dadelijk na de geboorte
(4) midden op de dag
(5) pal naast de deur
(6) boven op het dak
(7) heel diep in zijn oog
(8) overal in de wereld
(9) midden in de crisis
(10) nu in de herfst

Bij sommige voorbepalingen, met name bij bijwoordelijke constituenten waarvan de kern een bijwoord van plaats of tijd is, zijn er meerdere interpretaties mogelijk. De bijwoordelijke constituent kan als een voorbepaling van de voorzetselconstituent opgevat worden, maar de voorzetselconstituent kan ook beschouwd worden als een nabepaling binnen de bijwoordelijke constituent. Zo kan in voorbeeld (6) boven als voorbepaling bij op het dak gezien worden, maar op het dak kan ook als nabepaling van boven opgevat worden. Accentverschillen kunnen hierover uitsluitsel geven. De bepaling draagt namelijk het accent; vergelijk bijv.:

(11a) Híer in het bos (groeien paddestoelen, dáár in het bos niet.)
(11b) Hier in het bós (is het al donker, daar in het open véld nog niet.)

In (11a) maakt het accent op híer duidelijk dat dit bijwoord als voorbepaling van in het bos fungeert. In (11b) draagt de voorzetselconstituent in het bós het accent en fungeert deze constituent dan ook als nabepaling bij hier. (Zie ook .)
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina