Voorzetselconstituenten
 
[ 17·3·2 ]
 
Een voorzetselconstituent kan bestaan uit één van de voorzetsels voor, tot en van in combinatie met een voorzetselconstituent. Voorbeelden (waarin de voorzetselconstituent die als complement fungeert, gecursiveerd is):

(1) voor bij het eten
(2) tot in de puntjes
(3) tot in de late uurtjes
(4) voor op de boterham
(5) van voor de oorlog


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina