|
|
Bijwoordelijke of adjectivische constituenten
|
[ 17·3·3 ]
|
|
Een voorzetselconstituent kan ook bestaan uit een voorzetsel in combinatie
met een bijwoordelijke constituent (zie de voorbeelden (1)
t/m (4)) of een adjectivische constituent (zie de voorbeelden
(5) t/m (7)). De mogelijkheden zijn hier echter
beperkt. Voorbeelden:
|
(1)
|
Tot straks!
|
|
(2)
|
van hier
|
|
(3)
|
naar beneden
|
|
(4)
|
voor eens in de week
|
|
(5)
|
Voor onbetrouwbaar (houdt hij hem niet.)
|
|
(6)
|
Bij diep (denk ik toch aan minstens twintig meter onder de
zeespiegel.)
|
|
(7)
|
(Haar kleur veranderde) in vaal groen.
|
|
|
|
|