|
|
Nadere bepalingen
|
[ 14·4·5·2 ]
|
|
Nadere bepalingen bij elementen in de vierde positie zijn slechts in zeer
beperkte mate mogelijk. Een nadere bepaling kan eventueel bij
veel en weinig voorkomen, bijv.:
|
(1)
|
de zeer vele (artikelen over dat onderwerp)
|
|
(2)
|
de erg weinige (mensen die er kwamen)
|
|
(3)
|
de betrekkelijk/tamelijk weinige reacties die we kregen
|
Ook kunnen nadere bepalingen in de vorm van kwantiteitsaanduidende
adjectivische of bijwoordelijke constituenten bij bepaalde hoofdtelwoorden
voorkomen zolang ze beperkt blijven tot één woord, bijv.:
|
(4a)
|
De goed honderd (brieven die hij nog moest versturen, lagen
klaar.)
|
|
(4b)
|
De een goede honderd (brieven die hij nog moest versturen,
lagen klaar.)
<<uitgesloten>>
|
|
(5)
|
Zijn dik twintig (koeien stonden op stal.)
|
|
(6)
|
De ruim veertig (goede inzendingen werden allemaal beloond.)
|
|
(7)
|
Zijn een stuk of twintig (koeien stonden op stal.)
<<uitgesloten>>
|
Een uitzondering hierop vormen de bepalingen meer
dan en minder dan, die
wèl voor een bepaald hoofdtelwoord kunnen staan, bijv.:
|
(8)
|
zijn minder dan tien (goede antwoorden)
|
|
(9)
|
haar meer dan vijfhonderd (cd's)
|
Zie ter vergelijking
.
|
|
|
|