Het voorvoegsel inter-
 
[ 12·4·2·2·4 ]
 
Ter aanduiding van een relatie tussen twee of meer landen, plaatsen, instellingen, mensen enz. onderling, wordt inter- met een adjectief verbonden. Inter- komt vooral voor in van oorsprong uitheemse adjectieven, maar het kan ook gecombineerd worden met Nederlandse adjectieven. Voorbeelden van dit type zijn:

interafrikaans, intercommunaal, interdisciplinair, interkerkelijk, interlokaal (bijv. in: interlokale gesprekken ), intermenselijk, interuniversitair.

In een aantal woorden uit het wetenschappelijke taalgebruik heeft inter- de betekenis 'gelegen, zich bevindend tussen', bijv. intercellulair (onder meer in: intercellulair vocht ), interglaciaal (in: een interglaciaal tijdperk ), interlineair (in: een interlineaire vertaling ).
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina