|
Door middel van -te zijn abstracta afgeleid die qua betekenis
vergelijkbaar zijn met die op -heid
. Het grondwoord is een adjectief. Het accent ligt op dit grondwoord.
Voorbeelden zijn:
drukte,
duurte,
leegte,
sterkte,
stilte,
volte,
zwakte.
De vorm -de treedt op in
liefde.
Het procédé is niet productief, maar wel zijn als recente nieuwvormingen
gekte en
goedkoopte te vermelden.
Tot de afleidingen op -te behoort een groep waarvan de leden
de verschillende dimensies aanduiden, bijv.:
breedte,
diepte,
dikte,
hoogte.
In de volgende gevallen treedt in de afleiding
klinkerverandering op: naast
heet staat
hitte, naast
lang staat
lengte.
Een aantal afleidingen op -te heeft ook een concrete betekenis,
veelal ter aanduiding van geografische begrippen, bijv.
een hoogte,
een vlakte,
een ondiepte
.
|
|