Het achtervoegsel -ij (-nij, -enij, -erij, -arij)
 
[ 12·3·1·4·vii·5 ]
 
Met het beklemtoonde achtervoegsel -ij (of varianten daarvan) kunnen abstracta gevormd worden:

·   op basis van een werkwoordsstam;
     Het achtervoegsel heeft de vorm -erij, maar als het grondwoord op -el of -en (met een sjwa) eindigt, is de vorm -arij, bijv.:

draverij, knoeierij, (woorden)kramerij, kuiperij, pocherij, poetserij, (krom)praterij, vleierij;
     bedelarij, metselarij, rekenarij, twijfelarij.

De meeste afleidingen op -erij/-arij van werkwoorden zijn echter concreta .

·   op basis van een substantief, bijv.:

ambtenarij, koppelbazerij, praalhanzerij, waaghalzerij.

Met -dij is gevormd: makelaardij.

·   op basis van een adjectief, bijv.

lekkernij, woestenij

.
De eerste twee procédés zijn productief. De genoemde afleidingen hebben soms een pejoratieve betekenis. Vergelijk wat dat betreft met de afleidingen van een werkwoord door middel van het voorvoegsel ge- .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina