|
·
op basis van een werkwoordsstam;
Het achtervoegsel heeft de vorm -erij, maar als het
grondwoord op -el of -en (met een sjwa) eindigt,
is de vorm -arij, bijv.:
draverij,
knoeierij,
(woorden)kramerij,
kuiperij,
pocherij,
poetserij,
(krom)praterij,
vleierij;
bedelarij,
metselarij,
rekenarij,
twijfelarij.
De meeste afleidingen op -erij/-arij van werkwoorden zijn
echter concreta
.
·
op basis van een substantief, bijv.:
ambtenarij,
koppelbazerij,
praalhanzerij,
waaghalzerij.
Met -dij is gevormd:
makelaardij.
·
op basis van een adjectief, bijv.
lekkernij,
woestenij
.
|