Het achtervoegsel -ster
 
[ 12·3·1·4·iv·5 ]
 
Met het onbeklemtoonde -ster kunnen vrouwelijke persoonsnamen worden gevormd:

·   op basis van een werkwoordsstam (van een handelingswerkwoord), bijv.:

arbeidster, beheerster, bestuurster, kapster, medewerkster, naaister, strijdster, voedster, voorzitster, werkgeefster.

Het procédé is productief. Voor de op overeenkomstige wijze met -er gevormde mannelijke persoonsnamen zie . Naar analogie van de mannelijke pendanten wordt tussen het grondwoord en het achtervoegsel soms een d ingelast, bijv. aanvoerdster (naast: aanvoerster), toehoordster (naast: toehoorster) , maar niet bij grondwoorden op -uur of -eer, bijv. borduurster, huurster, codeerster . Ten aanzien van de werkwoorden doen, gaan, staan, zien doen zich dezelfde bijzonderheden voor als bij de vorming van mannelijke persoonsnamen.

·   op basis van een mannelijke persoonsnaam op -aar of -ier, bijv.:

bedelaarster, dobbelaarster, gijzelaarster, huichelaarster, wandelaarster; avonturierster, bankierster, herbergierster, kruidenierster, tuinierster.


     Dit procédé is alleen productief voorzover de procédés van de grondwoorden dat zijn. Voorts kunnen de mogelijkheden vooral beperkt worden door het bestaan van persoonsnamen op -es , bijv. eigenares, lerares , hoewel het naast elkaar voorkomen van een vorm op -es en één op -ster geenszins altijd uitgesloten is. Vergelijk bijv. bedelares/bedelaarster, martelares/martelaarster, tovenares/tovenaarster .
Ook in andere gevallen waarin een persoonsnaam op -er of -aar bestaat dan wel gevormd kan worden, zijn in principe vrouwelijke pendanten op -ster mogelijk. Vergelijk bijv. met elkaar vrijwilliger/vrijwilligster, wetenschapper/wetenschap-ster, NS'er/NS'ster, veertiger/veertigster .
     Voor het gebruik van -ster ter aanduiding van (ook) mannelijke inwonersnamen ( (een) Drachtster etc.) zie .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina