De achtervoegsels -es (-esse) en -is (-isse)
 
[ 12·3·1·4·iv·2 ]
 
Met de beklemtoonde achtervoegsels -es (-esse) en -is (-isse) zijn vrouwelijke persoonsnamen van mannelijke afgeleid. Voorbeelden van volgens dit improductieve procédé gevormde woorden zijn:

barones, dichteres, dienares, eigenares, karmelietes, moordenares, prinses, regentes, tovenares, zangeres.

Soms komen als nevenvormen persoonsnamen op -esse voor, bijv. baronesse, eigenaresse, franciscanesse . Deze klinken in het algemeen plechtiger dan die op -es.
     In andere gevallen bestaan er vrouwelijke persoonsnamen op -esse (niet op -es) als pendant van mannelijke persoonsnamen op -is, bijv. archivaresse, bibliothecaresse, jubilaresse . Naast secretaris (en: staatssecretaris) bestaat, met verschil in functie en status, secretaresse.
     De vorm -is (-isse) komt voor in abdis (naast: abt) en, zonder mannelijke pendant, in claris, clarisse.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina