De achtervoegsels -aard en -erd
 
[ 12·3·1·4·iii·2 ]
 
De afleidingen op -aard of -erd hebben gewoonlijk een ongunstige betekenis. Het accent ligt op het grondwoord. Met de genoemde achtervoegsels zijn mannelijke persoonsnamen gevormd:

·   op basis van een adjectief, bijv.:

bangerd, dikkerd, lelijkerd, leukerd, lomperd, stommerd, vluggerd; gierigaard, lafaard, snoodaard, valsaard, wreedaard.


     Naast goed bestaat als afleiding goeierd.
     De betekenis van deze afleidingen is 'iemand die de door het adjectief genoemde eigenschap bezit'. Voor de distributie van -aard en -erd kunnen we geen precieze regels geven. Over het algemeen is in de standaardtaal -erd productief (maar na een grondwoord op -ig treedt altijd -aard op), -aard is dat alleen in regionaal taalgebruik , met name in Belgisch Nederlands ( lelijkaard, nieuwsgierigaard, enz.). Vergelijk verder met afleidingen op -erik en -ling .

·   op basis van een werkwoordsstam, bijv. de nomina agentis:

geeuwerd gluiperd knoeierd sufferd

Het procédé is niet productief.

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina