Andere voorvoegsels van uitheemse oorsprong
 
[ 12·3·1·3·ii·7·d ]
 
Vooral bij vreemde woorden zijn voorts nog een groot aantal (andere) voorvoegsels van uitheemse oorsprong in gebruik. Deze woorden zijn gewoonlijk in hun geheel ontleend. Een aantal voorvoegsels kunnen echter ook gebruikt worden om nieuwe substantieven te vormen. We noemen slechts de volgende voorvoegsels:

·   co- (con-)
     Het voorvoegsel co-, met als vormvariant con-, treedt op in vreemde woorden. Het kan een rangorde aanduiden (en is in zoverre te vergelijken met vice- ), bijv. co-assistent (in dit geval ook kortweg co), conrector. Verder kan het ook betekenen 'gezamenlijk, gemeenschappelijk', bijv. co-auteur, coëducatie, cofiliatie, coproducent, coproductie, copromotor . In de laatste betekenis is het type vergelijkbaar met samenstellingen als mede-auteur .

    

·   inter- ('onderling'), bijv. in intercorrelatie, interfaculteit, interrelatie, intersubjectiviteit ;

·   post- ('na'), bijv. in post-concentratiekamp(syndroom), post-punk(kapsel), post-verzorgingsstaat ;

·   pre- ('vóór'), bijv. in preadvies, prekandidaats(fase), premedicatie .

     Naast de hierboven genoemde voorvoegsels, die op Latijnse voorzetsels teruggaan, komen in het Nederlands veel voorvoegsels voor die in beginsel stammen van klassieke (Griekse of Latijnse) woorden zijn. De hiermee gevormde woorden bevinden zich op de grens van afleiding en samenstelling. Veel van deze uitheemse elementen kunnen ook gebruikt worden om nieuwe substantieven te vormen. We noemen de volgende gevallen:

·   auto- ('zelf'), bijv.: autobiografie, auto-erotiek, autokritiek, autosuggestie ;

·   bio- ('leven'), bijv.: biochemie, bio-industrie, bio-energie, biotechnologie ;

·   eco- (afgekort uit ecologie/ecologisch), bijv.: ecoscherm, ecosysteem, ecotoerist ;

·   macro- ('groot'), bijv.: macro-economie, macrohandel, macro-natuur, macro-parasiet ;

·   mega- ('zeer groot'), bijv.: mega-bioscoop, mega-fraude, mega-hotel ;

·   micro- ('klein'), bijv.: micro-archief, micro-klimaat, micro-opname, micro-theater ;

·   neo- ('nieuw'), bijv.: neofascisme, neoliberalisme, neomarxisme, neorealisme ;

·   pseudo- ('onecht'), bijv.: pseudo-koper, pseudo-vogelpest, pseudowetenschapper ;

·   psycho- ('ziel(s)'; afgekort uit psychologie/psychologisch), bijv.: psycho-drama, psycho-genese, psycho-geschiedenis, psycho-pulp ;

·   socio- ('gemeenschap(s)'; afgekort uit sociologie/sociologisch), bijv.: sociolinguïstiek, sociotherapie, socio-woning ;

·   tele- ('op afstand'), bijv.: telecommunicatie, telefoto, tele-informatie, telelens, tele-werk ;

·   turbo- (verwant met turbine, nu in gebruik als versterkend element), bijv.: turbo-centrifuge, turbo-droger, turbo-koe, turbo-minister, turbo-varken, turbo-vrouw
Veel voorkomend is Euro-, dat als eerste deel gebruikt kan worden in substantieven die het equivalent zijn van de combinatie van het adjectief Europees met het grondwoord in kwestie: Europarlement betekent 'Europees parlement'. Andere voorbeelden zijn: Euroburger, Eurocampagne, Euromunt, Eurotop, Euroverkiezingen en Eurovlag . Opmerking 7

Voor de combinatie van enkele van de hier genoemde elementen met adjectieven vergelijk . Opmerking 8


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina