|
Met het voorvoegsel ex- worden van persoonsnamen die geen
eigennaam zijn, substantieven gevormd die betekenen 'gewezen of voormalig
bekleder van de door het grondwoord genoemde functie of rang'. Daarnaast
kunnen met precies dezelfde betekenis woorden met oud- als
eerste lid gevormd worden. Beide procédés zijn productief. Voorbeelden zijn
respectievelijk:
ex-burgemeester,
ex-collega,
ex-koning,
ex-man,
ex-minister-president,
ex-priester,
ex-voorzitter;
oud-directeur,
oud-docent,
oud-leraar,
oud-leerling,
oud-ondervoorzitter,
oud-staatssecretaris,
oud-strijder.
Het accent ligt bij deze woorden afwisselend op het grondwoord of op het
voorvoegsel. Ex- en oud- zijn in het algemeen
verwisselbaar, maar bij een aantal gevallen ligt de voorkeur voor één van
beide elementen min of meer vast. Naast elkaar zijn bijv. wel mogelijk
ex-/oud-burgemeester of
ex-/oud-collega, maar alleen gebruikelijk zijn onder meer
ex-man,
ex-vrouw;
oud-leerling,
oud-strijder
.
Opmerking 5
|
Onder meer ter aanduiding van een levenspartner van wie men gescheiden is,
kan
ex ook als los woord gebruikt worden, bijv.
m'n ex
, en verder in het gezegde
geen feller anti dan een ex
.
|
|
Voor woorden waarin oud- een andere dan de hier vermelde
betekenis heeft, zie
.
|
|