Het voorvoegsel ex-; oud-
 
[ 12·3·1·3·ii·6 ]
 
Met het voorvoegsel ex- worden van persoonsnamen die geen eigennaam zijn, substantieven gevormd die betekenen 'gewezen of voormalig bekleder van de door het grondwoord genoemde functie of rang'. Daarnaast kunnen met precies dezelfde betekenis woorden met oud- als eerste lid gevormd worden. Beide procédés zijn productief. Voorbeelden zijn respectievelijk:

ex-burgemeester, ex-collega, ex-koning, ex-man, ex-minister-president, ex-priester, ex-voorzitter; oud-directeur, oud-docent, oud-leraar, oud-leerling, oud-ondervoorzitter, oud-staatssecretaris, oud-strijder.

Het accent ligt bij deze woorden afwisselend op het grondwoord of op het voorvoegsel. Ex- en oud- zijn in het algemeen verwisselbaar, maar bij een aantal gevallen ligt de voorkeur voor één van beide elementen min of meer vast. Naast elkaar zijn bijv. wel mogelijk ex-/oud-burgemeester of ex-/oud-collega, maar alleen gebruikelijk zijn onder meer ex-man, ex-vrouw; oud-leerling, oud-strijder . Opmerking 5

Voor woorden waarin oud- een andere dan de hier vermelde betekenis heeft, zie .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina