Inleiding
 
[ 11·3·1 ]
 
De tussenwerpsels worden ofwel los van andere taaluitingen gebruikt, ofwel ze worden met een andere uiting gecombineerd. Worden ze als losse, geïsoleerde taaluitingen gebruikt, dan moet de waarde van bepaalde tussenwerpsels blijken uit de situatie . Zo kan o! bewondering uitdrukken, bijv. bij het aanschouwen van vuurwerk, maar ook ontgoocheling, verwondering enz. Tussenwerpsels die nooit los gebruikt worden, zijn bijv.

hoor, niet en nietwaar

.
     Worden de tussenwerpsels gecombineerd met of geïntegreerd in een (andere) zin, dan zijn er wat hun plaats betreft drie mogelijkheden: ze staan vóór, achter of in die zin.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina