|
|
Noodzakelijk emotionele tussenwerpsels
|
[ 11·2·2·2·iii ]
|
1 |
Hieronder volgt eerst een lijst van veel gebruikte tussenwerpsels, die
gerangschikt zijn volgens de emoties waarmee ze gepaard gaan:
|
·
pijn:
au,
ai
;
·
koude:
brr,
hu
;
·
warmte:
pf,
oef
;
·
genot:
mm,
a,
o
;
·
verlichting:
oef,
goddank,
hèhè
;
·
verbazing, verwondering, verrassing:
o,
olala,
hoho,
hé,
jonge,
sjonge,
tsjonge,
asjemenou,
nee maar,
toe maar
; verder krachttermen en dergelijke (zie onder 2);
·
herkenning, vervulling van een verwachting:
a,
ha,
aha
;
·
vreugde:
a,
o,
hoera,
joepie
;
·
spot, ironie:
ph,
pf
;
·
medelijden:
ach,
och,
ocharme,
ochot
;
·
verdriet, zorg:
ach,
och
; verder krachttermen en dergelijke (zie 2);
·
afkeer, tegenzin:
bah,
shit
; verder krachttermen en dergelijke (zie 2);
·
ontgoocheling:
helaas,
ochot,
hè
; verder krachttermen en dergelijke (zie 2);
·
gelatenheid:
enfin,
afijn
|
|
|
2 |
Enkele tussenwerpsels, zoals
(h)a,
(h)o,
ach,
och en
nou, hebben een weinig gespecialiseerde functie: welke emotie
bedoeld wordt, moet blijken uit de intonatie en uit context en/of situatie.
Dit geldt ook voor krachttermen,
(bastaard) vloeken en
verwensingen, die veelal de hierboven in 1
aangeduide emoties uitdrukken, maar soms ook andere, zoals vreugde, genot
enz. Voorbeelden:
|
·
Krachttermen:
deksels,
donders;
hemel,
hemeltje(lief),
lieve hemel
, enz.;
heremijntijd,
jezus,
jezus-christus
(vervormingen:
jasses,
jakkes,
ajasses,
ajakkes,
jee,
jeetje,
jeminee
);
god,
godstamebij,
godallemachtig
(vervormingen:
chot,
chut,
gut,
gunst,
grutjes,
gommenikkie,
gossie,
gossiemijne
);
·
(Bastaard)vloeken:
godverdomme,
snotverdomme,
gadverdamme,
getverderrie,
goddomme,
verdomme,
verdorie,
jandorie,
potdorie,
(non)de(d)ju;
sapperloot,
sapperdekriek
(of, met sakker- in plaats van sapper-:
sakkerju,
sakkernondeju
);
·
Verwensingen (als louter emotionele uitroepen):
barst,
stik,
val dood,
verrek
.
|
|
|
|
|