Geografisch gevarieerd
 
[ 8·6·5·2·ii ]
 
1 Kwantitatief er kan ook zonder hoeveelheidsaanduiding gebruikt worden, zonder dat er sprake is van een nabepaling bij het antecedent (vergelijk ). Vergelijk (de (b) -zinnen in) de volgende zinsparen:

(1a) Ik heb vanmorgen appels geplukt en ik heb de/die appels aan de buren gegeven.
(1b) Ik heb vanmorgen appels geplukt en ik heb ze/die aan de buren gegeven.
(2a) Gisteren heb ik appels gekocht bij de groenteboer, maar vandaag ga ik appels kopen in de supermarkt.
(2b) Gisteren heb ik appels gekocht bij de groenteboer, maar vandaag ga ik er kopen in de supermarkt.

In het eerste lid van de nevenschikking waaruit deze zinnen bestaan, wordt telkens de onbepaalde constituent appels gebruikt om een onbepaalde hoeveelheid niet nader aangeduide appels te introduceren. In het tweede lid van (1a) wordt naar diezelfde appels, die dus inmiddels als 'bekend' beschouwd worden, verwezen met een bepaalde constituent: de appels of die appels; in het tweede lid van (1b) gebeurt dat eveneens met een bepaalde constituent: het persoonlijk voornaamwoord ze of het aanwijzend voornaamwoord die.
     In het tweede zinspaar is de situatie anders: de woorden appels in het eerste en het tweede lid van (2a) refereren niet aan dezelfde appels in de werkelijkheid: men kan niet dezelfde (individuele) appels die men de ene dag bij de groenteboer gekocht heeft, de volgende dag in de supermarkt kopen. Daarom wordt in (2a) in het eerste én in het tweede lid een onbepaalde constituent (appels) gebruikt, ter introductie van twee verschillende verzamelingen appels. Wil men nu in het tweede lid een substantivische constituent vermijden - zoals in (1b) vergeleken met (1a) - dan gebruikt een gedeelte van de Nederlandstaligen, die we hier aanduiden met de ad-hoc-benaming 'x-sprekers', kwantitatief er met de functie van een onbepaalde constituent (zoals in zin (2b)).
     Voor een ander gedeelte van de Nederlandstaligen, hier de 'y -sprekers' genoemd (zie voor nadere informatie over deze beide groepen sprekers hieronder sub 3), is dit onmogelijk, omdat zij kwantitatief er alleen kunnen gebruiken in welbepaalde gevallen . Zij zouden hier (2b) door (2c) vervangen:

(2c) Gisteren heb ik appels gekocht bij de groenteboer, maar vandaag ga ik ze/die kopen in de supermarkt.

Dat dit mogelijk is, komt doordat de betrokken constituenten op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Naast (2a) met de onbepaalde constituent appels in het tweede lid, is namelijk ook een zin met die appels mogelijk (de appels klinkt minder gewoon, maar is niet ondenkbaar):

(2d) Gisteren heb ik appels gekocht bij de groenteboer, maar vandaag ga ik die appels kopen in de supermarkt.

In (2d) betekent die appels niet 'diezelfde individuele appels', maar 'diezelfde soort vruchten', abstracter geformuleerd: 'diezelfde categorie entiteiten'. Men kan stellen dat appels in (2d) geïnterpreteerd wordt als een categoriale constituent, met een collectieve, niet-individuele betekenis, terwijl appels in het eerste lid van (2a) en (2b) opgevat wordt als een onbepaalde constituent, met een individuele betekenis. Naar categoriale constituenten kan immers verwezen worden met een persoonlijk of aanwijzend voornaamwoord, getuige (3):

(3) Appels zijn heel gezond en ik eet ze /die dan ook vaak.

Andere voorbeelden, waarvan de 'x-sprekers' de (a) -zinnen, de 'y-sprekers' de (b) -zinnen zouden gebruiken:

(4a) A: (Heb je ballen bij je?) B: Ja, ik heb er bij me.
(4b) A: (Heb je ballen bij je?) B: Ja, die heb ik bij me/ik heb ze bij me.
(5a) A: (Heb je nog karpers gevangen?) B: Ja, ik heb er gevangen.
(5b) A: (Heb je nog karpers gevangen?) B: Ja, die heb ik gevangen/ik heb ze gevangen.
(6a) Telkens als jij vallende sterren ziet, zie ik er ook.
(6b) Telkens als jij vallende sterren ziet, zie ik ze/die ook.


 
2 Met een ander geval hebben we te maken in de van (6) minimaal verschillende zinnen in (7):

(7a) Telkens als jij die vallende sterren ziet, zie ik er ook.
(7b) Telkens als jij die vallende sterren ziet, zie ik ze ook.

In (7a) wordt uitgedrukt dat de ik -persoon een willekeurige hoeveelheid vallende sterren ziet, maar niet noodzakelijkerwijs dezelfde als de met jij aangeduide persoon. Er, dat de functie heeft van een onbepaalde constituent, verwijst niet naar de gehele bepaalde constituent die vallende sterren, maar naar het gedeelte vallende sterren. Een parafrase van (7a) is (7c):

(7c) Telkens als jij die vallende sterren ziet, zie ik ook vallende sterren.

De betekenis van (7b) is, dat de ik -persoon dezelfde vallende sterren ziet als de met jij aangeduide persoon; een parafrase is:

(7d) Telkens als jij die vallende sterren ziet, zie ik die vallende sterren ook.

Zin (7b) kan door 'x-' en 'y -sprekers' gezegd worden, zin (7a) alleen door 'x-sprekers', omdat de 'y-sprekers' dit gebruik van kwantitatief er niet kennen. De 'y-sprekers' kunnen hier echter niet (7b) gebruiken met de betekenis die (7a) voor 'x-sprekers' heeft: ze verwijst dwingend naar die vallende sterren, niet alleen naar vallende sterren. Een 'y-spreker' die de betekenis van (7a) wil uitdrukken, zal (7c) moeten gebruiken, of bijv.:

(7e) Telkens als jij die vallende sterren ziet, zie ik er ook een paar/een heleboel/een stuk of wat.

Een vergelijkbaar geval is een zin als:

(8) Ik heb tien appels gekocht en bij thuiskomst blijkt dat ik er heb laten liggen.

De 'x-spreker' drukt hiermee uit dat hij een onbepaald aantal van de tien gekochte appels heeft laten liggen. De 'y-spreker' kan niet hetzelfde uitdrukken door er door ze of die te vervangen: deze voornaamwoorden verwijzen dwingend naar tien appels, niet alleen naar appels. Om de gegeven betekenis van (8) uit te drukken moet de 'y-spreker' er in het tweede lid van de zin vervangen door appels, of er een hoeveelheidsaanduiding aan toevoegen (bijv. een paar).
     Weer enigszins anders is het gesteld met een zin als:

(9a) Ik heb appels gekocht en bij thuiskomst blijkt dat ik er heb laten liggen.

Het verschil met (8) is dat het nu ook in het eerste lid van de zin om een onbepaald aantal appels gaat. Ook hier kan de 'y -spreker' er niet vervangen door ze of die: deze voornaamwoorden verwijzen hier uiteraard naar appels, maar dat kan hier alleen een onbepaalde constituent zijn, geen categoriale, wat in (2a) een mogelijke interpretatie was. Immers in:

(9b) Ik heb appels gekocht en bij thuiskomst blijkt dat ik die appels heb laten liggen.

waar die appels in het tweede lid van de zin appels in het eerste lid vervangt, kan die appels alleen maar betekenen 'diezelfde individuele appels' en niet 'diezelfde soort vruchten (maar niet dezelfde individuele appels)' (vergelijk (2a)).
 
3 Uit het bovenstaande blijkt dat het taalsysteem van de 'x -sprekers' 'rijker' is dan dat van de 'y-sprekers'. Het gebruik van kwantitatief er zonder hoeveelheidsaanduiding maakt het mogelijk een volkomen onbepaald aantal of onbepaalde hoeveelheid uit te drukken, zonder benaderende specificaties tussen 'weinig' en 'veel' (een paar, enkele, nogal wat, een heleboel, enz.). De vervangers van dit er: ze en die, zijn alleen bruikbaar als het antecedent ook als een categoriale constituent te interpreteren is. De in principe altijd mogelijke herhaling van (een deel van) het antecedent (zie bijv. (2a) en (7c)) is vaak stilistisch minder fraai.
     Tussen de categorieën 'x-sprekers' en 'y -sprekers' bestaat overigens een vloeiende overgang, in die zin dat de 'y-sprekers' het hier bedoelde kwantitatieve er veelal wel kennen en erkennen als standaardtaal, maar het niet of slechts in beperkte mate zelf gebruiken. Daarmee rekening houdend, kunnen we de geografische verdeling over het taalgebied als volgt beschrijven: de 'x -sprekers' zijn te vinden in België en in wat mindere mate in het zuidelijke deel van Nederland (tot en met het rivierengebied); de 'y-sprekers' in de rest van Nederland.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina