|
|
Indeling naar de vorm
|
[ 8·3·1 ]
|
|
Formeel herkenbare categorieën van bijwoorden zijn:
|
·
voorzetselbijwoorden: bijwoorden die in vorm en betekenis gelijk zijn aan
of corresponderen met voorzetsels, zoals
aan,
bij,
binnen,
door,
in,
op
, enzovoorts en
af,
mee,
toe
;
·
voornaamwoordelijke bijwoorden:
samenstellingen die bestaan uit één van de bijwoorden er,
daar, hier, waar,
ergens, nergens of overal plus een
voorzetselbijwoord, en die als pendant een voorzetselconstituent hebben;
voorbeelden van deze groep zijn
ernaast,
hierdoor,
waarmee
.
|
De overige bijwoorden vormen een formeel erg heterogene groep woorden. (Er
zijn wel enkele afleidingstypes te onderscheiden, waarvan de leden echter
niet altijd allemaal louter bijwoordelijk gebruikt worden
.)
|
|
|
|