|
Het lidwoord de wordt gebruikt bij de-woorden en
bij woorden in het meervoud, het bij het-woorden.
Deze constructie komt voor:
|
·
in attributief gebruik, bijv.:
|
(15)
|
Wie is het jongste kind van het gezin?
|
|
(16)
|
Dit is de hoogste boom uit de hele laan.
|
|
(17)
|
Het zijn de saaiste boeken van de reeks.
|
·
in zelfstandig gebruik, bij een 'externe' vergelijking, bijv.:
|
(18a)
|
Die weg is de beste. (= 'de beste weg van de mogelijke wegen')
|
|
(19a)
|
Dat kind is het jongste. (= 'het jongste kind van het gezin')
|
|
(20a)
|
Die opmerking is wel de stomste die ik ooit gehoord heb. (=
'de stomste opmerking die...')
|
Voor het laatste geval vormt de onder 2 vermelde constructie
een alternatief.
|
|
|