De/het + adjectief + ste
 
[ 6·4·3·4·i·b·1 ]
 
Het lidwoord de wordt gebruikt bij de-woorden en bij woorden in het meervoud, het bij het-woorden. Deze constructie komt voor:

·   in attributief gebruik, bijv.:

(15) Wie is het jongste kind van het gezin?
(16) Dit is de hoogste boom uit de hele laan.
(17) Het zijn de saaiste boeken van de reeks.



·   in zelfstandig gebruik, bij een 'externe' vergelijking, bijv.:

(18a) Die weg is de beste. (= 'de beste weg van de mogelijke wegen')
(19a) Dat kind is het jongste. (= 'het jongste kind van het gezin')
(20a) Die opmerking is wel de stomste die ik ooit gehoord heb. (= 'de stomste opmerking die...')

Voor het laatste geval vormt de onder 2 vermelde constructie een alternatief.

    
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina