|
|
Het gebruik van de/het eerste (...) de/het beste
|
[ 5·9·3·2·iv ]
|
|
De/het eerste (...) de/het beste is in betekenis verwant
met de in iii behandelde groepen. In een zin als:
|
(1)
|
Je moet het maar aan de eerste de beste voorbijganger vragen.
|
is de betekenis zowel 'de eerste (voorbijganger die je tegenkomt)', als
'onverschillig welke'. Elk van beide betekenismomenten kan meer op de
voorgrond treden, zoals moge blijken uit de twee volgende voorbeelden, waar
respectievelijk 'de eerste' en 'onverschillig welke' het relevante
betekenismoment zijn:
|
(2)
|
Als dat gebeurt, neem ik de eerste de beste trein naar Arnhem.
|
|
(3)
|
We hadden niet de eerste de beste jurist geraadpleegd, maar
werkelijk een autoriteit op dit gebied.
|
De groep de/het eerste de/het beste kan niet-zelfstandig
en zelfstandig gebruikt worden. In het eerste geval wordt de groep
gecombineerd met enkelvoudige substantieven, met de en
het naar gelang van het genus. De groep staat in zijn geheel
vóór het substantief, ofwel de/het eerste staat ervoor en
de/het beste erachter:
|
(4a)
|
We maakten gebruik van de eerste de beste gelegenheid.
|
|
(4b)
|
We maakten gebruik van de eerste gelegenheid de beste.
|
Buitentekstelijk zelfstandig verwijst de eerste de beste
naar personen, het eerste het beste naar zaken.
Voorbeelden:
|
(5)
|
De Markies de Canteclaer is niet de eerste de beste.
|
|
(6)
|
Er stonden zoveel hapjes en drankjes, ik heb het eerste het
beste maar gepakt.
|
Als onderwerp kan de/het eerste (...) de/het beste niet
gecombineerd worden met presentatief er (in (7b)
tevens prepositioneel er):
|
(7a)
|
Je moet je tas hier niet laten staan: de eerste de beste kan er
iets uithalen.
|
|
(7b)
|
Je moet je tas hier niet laten staan: er kan de eerste de beste
iets uithalen.
<<uitgesloten>>
|
|
|
|
|