Het gebruik van iemand, niemand, de een of ander, deze of gene
 
[ 5·9·3·2·i ]
 
1 De onbepaalde voornaamwoorden (of equivalenten daarvan) iemand, niemand, de een of ander, deze of gene worden zelfstandig gebruikt en verwijzen naar personen.
 
2a Het voornaamwoord iemand kan niet-specifiek of specifiek onbepaald zijn. Het is niet-specifiek onbepaald in bijv.:

(1) Hopelijk ontmoet je nog iemand met meer begrip.
(2) Zou er nog iemand komen?

Het is specifiek onbepaald in bijv.:

(3) Ik moet om drie uur op dat kantoor zijn: ik heb een afspraak met iemand gemaakt.
(4) Het is iemand die jij heel goed kent.

Beide interpretaties zijn mogelijk in bijv.:

(5) Ik wil met iemand trouwen die aan de universiteit werkt.

Een enkele keer kan iemand ook categoriaal zijn, bijv. in:

(6) Iemand kan getrouwd zijn of ongetrouwd.
(7) Wat kunnen ze het iemand toch lastig maken.

In de laatste zinnen heeft iemand ongeveer de betekenis van 'een mens'. De naamwoordelijke constituent een mens kan echter lang niet altijd door iemand vervangen worden:

(8a) Een mens is nu eenmaal een sterfelijk wezen.
(8b) Iemand is nu eenmaal een sterfelijk wezen.   <<uitgesloten>>


 
2b De ontkennende vorm van het niet-specifiek onbepaalde iemand is niemand, welke vorm op te vatten is als de versmelting van niet en iemand. Het negatieve niemand kan gemakkelijker categoriaal gebruikt worden dan het positieve iemand. Vergelijk:

(9a) Geen mens is nu eenmaal onsterfelijk.
(9b) Niemand is nu eenmaal onsterfelijk.
(10a) Geen mens is zo dom of hij weet waar Rome ligt.
(10b) Niemand is zo dom of hij weet waar Rome ligt.

Als iemand gebruikt wordt ter verwijzing naar een concrete persoon (specifiek onbepaald), dan kan die vorm niet tot niemand genegativeerd worden. Er is een belangrijk betekenisverschil tussen de volgende zinnen:

(11a) Iemand heeft mij niet de waarheid verteld.
(12a) Niemand heeft mij de waarheid verteld.

Zin (11a) is namelijk qua betekenis gelijk aan:

(11b) Een niet nader aangeduide persoon heeft mij niet de waarheid verteld.
(11c) Iemand heeft gelogen.

Zin (12a) daarentegen aan:

(12b) Geen enkel persoon heeft mij de waarheid verteld.
(12c) Iedereen heeft gelogen.

Uit de laatste zin blijkt dat niemand naar de betekenis ook op te vatten is als de negatieve tegenhanger van iedereen.
     Voor het gebruik van niemand en/of niet iemand: zie .
 
2c De voornaamwoorden iemand en niemand kunnen gecombineerd worden met een genitief als nabepaling. De genitiefbepaling kan zijn:

·   anders: de betekenis is '(g)een ander', bijv.:

(13) Je zult iemand anders bedoelen.
(14) Niemand anders kan dat gezegd hebben.



·   een archaïsche genitiefvorm op -er van een persoonlijk voornaamwoord (zie ):

iemand onzer niemand uwer

In de standaardtaal gebruikt men in plaats van deze genitiefvormen nabepalingen met van:

iemand van ons niemand van u



 
2d De combinatie zo iemand betekent 'een dergelijk persoon', bijv.:

(15) Met zo iemand moet je niet omgaan.
(16) Je begrijpt niet hoe zo iemand met vakantie naar Bali kan gaan.

Opmerking 1 Opmerking 2


 
3 De groepen de een of ander en deze of gene kunnen op dezelfde manier gebruikt worden als het onbepaalde voornaamwoord iemand, maar ze zijn altijd niet-specifiek onbepaald. Voorbeelden:

(17) De een of ander zal aan mijn verstuiver geknoeid hebben.
(18) Ik hoop er deze of gene te ontmoeten.
(19a) Er staat de een of ander aan de deur te kloppen.
(20a) Er zal wel deze of gene roet in het eten komen gooien.

Zoals uit de laatste twee voorbeelden blijkt, kunnen de een of ander en deze of gene optreden als onderwerp in zinnen met presentatief er. Toch geeft men er meestal de voorkeur aan deze groepen de eerste zinsplaats te geven:

(19b) De een of ander staat aan de deur te kloppen.
(20b) Deze of gene zal wel roet in het eten komen gooien.

Voor het niet-zelfstandig deze of gene: zie .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina