|
|
Het gebruik
|
[ 5·5·8·2 ]
|
1 |
De zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden worden meestal gebruikt om
herhaling te vermijden van het substantief waarbij een eerder in de zin
voorkomend niet-zelfstandig bezittelijk voornaamwoord een determinator is.
Ze worden altijd voorafgegaan door een lidwoord. Vergelijk:
|
(1a)
|
Bedoel je mijn boek of zijn boek?
|
|
(1b)
|
Bedoel je mijn boek of het zijne?
|
|
(2a)
|
Ik heb haar ouders en jouw ouders gesproken.
|
|
(2b)
|
Ik heb haar ouders en de jouwe gesproken.
|
De zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden hebben aldus een dubbele
verwijzende functie. Zo wordt in het laatste voorbeeld met de
jouwe (buitentekstelijk) verwezen naar de toegesprokene en
tegelijkertijd wordt (binnentekstelijk) verwezen naar het substantief
ouders. De dubbele verwijzende functie wordt ook duidelijk bij
parafrase door middel van een terugwijzend aanwijzend voornaamwoord met als
nabepaling een voorzetselconstituent met van en een
persoonlijk voornaamwoord. Een dergelijke omschrijving komt vooral in
gesproken taal
veel voor:
|
(2c)
|
Ik heb haar ouders en die van jou gesproken.
|
De verwijzing naar de toegesprokene wordt hier tot stand gebracht door het
persoonlijk voornaamwoord jou, de verwijzing naar
ouders door het aanwijzend voornaamwoord die.
Vergelijk nog:
|
(3a)
|
Dat is jouw fiets niet, dat is de zijne.
|
|
(3b)
|
Dat is jouw fiets niet, dat is die van hem.
|
|
(4a)
|
Onze melk is beter dan de hunne.
|
|
(4b)
|
Onze melk is beter dan die van hen.
|
|
(5a)
|
Zijn lippen kusten de hare.
|
|
(5b)
|
Zijn lippen kusten die van haar.
|
Het gebruik van de groep met die/dat is verplicht bij
jullie, waarvan - zoals uit schema 5.
11 blijkt - geen zelfstandige vorm bestaat:
|
(6)
|
Hun kerstbrood is goedkoper dan dat van jullie.
|
|
(7)
|
Onze zoon heeft die van jullie zijn driewieler afgepakt.
|
Uit bovenstaande voorbeelden zal duidelijk geworden zijn dat de keuze
tussen de en het bepaald wordt door het getal en
het genus van het substantief dat de kern is van de naamwoordelijke
constituent met een niet-zelfstandige vorm van het bezittelijk
voornaamwoord als deel. Vergelijk:
|
(8a)
|
zowel mijn ruitenwisser als zijn ruitenwisser
|
|
(8b)
|
zowel mijn ruitenwisser als de zijne
|
|
(9a)
|
zowel mijn ruitenwissertje als zijn ruitenwissertje
|
|
(9b)
|
zowel mijn ruitenwissertje als het zijne
|
|
|
2 |
De zelfstandige vormen kunnen ook gebruikt worden zonder dat ze een
voorafgaand substantief vervangen, namelijk als ze een groep mensen
aanduiden die in een relatie van saamhorigheid staat tot een bepaalde
persoon. De op deze manier gebruikte vormen hebben dus altijd meervoudige
betekenis; ze eindigen op -n en worden voorafgegaan door
de. Ze kunnen niet vervangen worden door een groep met
die van (...). Het gebruik van deze vormen behoort tot de
formele taal. Enkele voorbeelden:
|
(10)
|
Hij gaat met de zijnen een paar dagen op reis. (bijv. zijn gezin)
<formeel>
|
|
(11)
|
Groet de uwen van mij. (bijv. uw gezin, huisgenoten)
<formeel>
|
|
(12)
|
Ik ken de Mijnen en de Mijnen kennen Mij. ('mijn
uitverkorenen')
<formeel>
|
|
(13)
|
Luther en de zijnen brachten een ware omwenteling teweeg. (bijv.
zijn volgelingen)
<formeel>
|
De combinaties met het komen op deze manier gebruikt voor in
vaste uitdrukkingen. Enkele voorbeelden:
ergens het zijne (mijne enz.) van
denken/zeggen,
ergens het zijne (mijne enz.) van willen
weten/hebben,
ieder het zijne geven
.
Opmerking
|
Van de hierboven besproken gevallen te onderscheiden zijn constructies
als de volgende, die in
formeel-archaïsch
én in
regionaal
taalgebruik (in het laatste geval vooral in België in het Brabantse)
voorkomen:
|
(ia)
|
De stad is ons!
<formeel>
|
|
(iia)
|
Het land is mijn!
<formeel>
|
|
(iiia)
|
Dat is mijn.
<regionaal>
|
Het betreft hier niet-zelfstandige vormen van de bezittelijke
voornaamwoorden, die predicatief (als
naamwoordelijk deel van het gezegde) gebruikt worden en waarbij
een lidwoord ontbreekt. In de standaardtaal wordt in de plaats hiervan
een groep met van gebruikt:
|
(ib)
|
De stad is van ons.
|
|
(iib)
|
Het land is van mij.
|
|
(iiia)
|
Dat is van mij.
|
|
|
|
|
|
|