|
|
Persoon en getal
|
[ 5·3·3·1 ]
|
1 |
In het algemeen geldt dat de wederkerende voornaamwoorden van de eerste en
tweede persoon gebruikt worden om te verwijzen naar de in persoon en getal
overeenkomende persoonlijke voornaamwoorden; wordt er niet naar
persoonlijke voornaamwoorden van de eerste of tweede persoon verwezen, dan
worden de wederkerende voornaamwoorden van de derde persoon gebruikt.
Voorbeelden (de wederkerende voornaamwoorden en hun antecedenten zijn
gecursiveerd):
|
(1)
|
Ik was me.
|
|
(2)
|
We hebben ons vergist.
|
|
(3)
|
Je ziet jezelf in de spiegel.
|
|
(4)
|
Jullie moeten je meer inspannen.
|
|
(5)
|
Hij/moeder kleedt zich aan.
|
|
(6)
|
Zij/de buren gedragen zich merkwaardig.
|
|
(7)
|
Men scheert zich het prettigst met water en zeep.
|
Wat de tweede persoon betreft verwijzen je
en jezelf naar de je-vormen;
u en uzelf naar de u-vormen en de
ge-vormen; zich en zichzelf naar de
u-vormen (zie voor het onderscheid tussen en het gebruik van
deze vormen
). Voorbeelden:
|
(8a)
|
Je moet je meer inspannen.
|
|
(8b)
|
Jullie moeten je meer inspannen.
|
|
(9a)
|
Ge moet u meer inspannen.
<regionaal>
|
|
(9b)
|
U moet u/zich meer inspannen.
|
Opmerking
|
Regionaal
(vooral in België) komt vermenging van je - en u
-vormen voor, bijv.:
|
(i)
|
Geef jij u wel rekenschap, dat dat onbeleefd is?
<regionaal>
|
|
(ii)
|
Hebt u je vergist?
<regionaal>
|
|
|
|
|
2 |
Voor de keuze tussen u(zelf) en zich(zelf) geldt
het volgende.
|
·
Het gebruik van u is de enige mogelijkheid bij een imperatief:
|
(10a)
|
Vergis u niet!
|
|
(10b)
|
Vergis zich niet!
<<uitgesloten>>
|
(Hier verwijst het wederkerend voornaamwoord niet binnentekstelijk,
aangezien er geen antecedent aanwezig is
.) Zich is wel mogelijk bij een imperatief met toegevoegd
voornaamwoord u:
|
(10c)
|
Vergist u zich niet!
|
·
Het gebruik van zich heeft de voorkeur als het onderwerp
u verbonden wordt met een werkwoordsvorm die gelijk is aan
die van de derde persoon:
|
(11a)
|
U is zich wel bewust van de gevaren, neem ik aan.
|
|
(11b)
|
U is u wel bewust van de gevaren, neem ik aan.
<<twijfelachtig>>
|
|
(12a)
|
U heeft zich vergist.
|
|
(12b)
|
U heeft u vergist.
<<twijfelachtig>>
|
·
Het gebruik van zich heeft eveneens de voorkeur als het
persoonlijk en het wederkerend voornaamwoord onmiddellijk op elkaar volgen:
|
(13a)
|
Ik denk dat u zich vergist.
|
|
(13b)
|
Ik denk dat u u vergist.
<<twijfelachtig>>
|
|
(14a)
|
Ziet u zichzelf als toekomstig premier?
|
|
(14b)
|
Ziet u uzelf als toekomstig premier?
<<twijfelachtig>>
|
|
|
|
|
|