|
|
In uitroepen
|
[ 4·4·2 ]
|
|
In uitroepen kan een (ook gespeld
'n) ook gebruikt worden voor meervoudige
substantieven en niet-telbare substantieven in het enkelvoud. Voorbeelden:
|
(1)
|
Wat een mensen zijn er geweest!
|
|
(2a)
|
'n Mensen dat er geweest zijn!
|
|
(3)
|
Er zijn 'n mensen geweest, ontzettend gewoon!
|
|
(4)
|
'n Boeken dat hij heeft!
|
|
(5a)
|
'n Bier dat hij dronk!
|
|
(6)
|
'n Rommel dat er lag!
|
|
(7)
|
Er lag toch een rommel!
|
|
(8)
|
(We hadden een advertentie gezet.) En 'n mensen aan de telefoon!
|
In dergelijke zinnen drukt de spreker zijn positieve of negatieve
waardering met betrekking tot de kwantiteit of kwaliteit van de genoemde
zelfstandigheid of zelfstandigheden uit
.
Soms kan 'n zonder betekenisverschil worden weggelaten:
|
(2b)
|
Mensen dat er geweest zijn!
|
|
(5b)
|
Bier dat hij dronk!
|
Zie ook
.
|
|
|
|