|
Combinaties van het type 'een a van een
b', waarin a en b
substantieven zijn, kunnen de betekenis hebben 'een b als een
a', 'een b die een a is'.
Voorbeelden:
een schat van een kind,
een wolk van een baby,
een loeder van een vent,
een kwal van een vent,
een boom van een kerel,
een pracht van een kat,
een kalf van een hond,
een kanjer van een tafel,
een kasteel van een huis,
een zaal van een slaapkamer,
een droom van een sportwagen,
een prul van een ding,
een dijk van een meid,
een juweel van een ingeving
Het gaat om combinaties met de vaste structuur [det1
subst2 voorzetsel3 det4 subst5],
waarin de positie van het voorzetsel altijd ingevuld wordt door
van en de invulling van de andere posities ook aan regels
gebonden is (zie voor de details hieromtrent bij de bespreking van dit type
).
Opmerking
|
Uiteraard kunnen combinaties met de gegeven structuur ook een andere
betekenis hebben. Zo kan bijv. worden uitgedrukt dat a de
waarde van b heeft:
een fluitje van een cent,
een zuurtje van een frank. Verder kan worden uitgedrukt:
'b bezit a', bijv. in:
|
(i)
|
Zo'n spaarpotje, dat is wat je noemt 'een schat van een kind'.
|
In zo'n geval zijn de lidwoorden beide variabel (
de schat van het kind, enz.).
|
|
|
|