|
[1]
Woorden op -ie;
Bij woorden op -ie (alleen indien ook ie gespeld)
hangt de meervoudsvorming samen met de beklemtoning.
|
[a]
Bij beklemtoond -ie eindigt het meervoud in de regel op
eveneens beklemtoond -ieën. Voorbeelden:
categorie - categorieën,
genie - genieën,
industrie - industrieën,
knie - knieën,
melodie - melodieën
. Uitzonderingen zijn
bougie - bougies en het vergeleken met zijn grondwoord
únie afwijkend beklemtoonde
reüníe - reüníes.
Dubbel meervoud (alle met beklemtoond -ie) hebben bijv.:
compagnie - compagnieën/compagnies,
coterie - coterieën/coteries,
galerie - galeries/galerieën
.
[b]
Bij onbeklemtoond -ie eindigt het meervoud in de regel op
-ies, maar ook -iën komt voor. Voorbeelden:
familie - families,
organisatie - organisaties,
premie - premies,
ruzie - ruzies,
vakantie - vakanties
Uitzonderingen met onbeklemtoond -ie zijn
bacterie - bacteriën,
porie - poriën
en de pluralia tantum
chemicaliën,
genitaliën,
(de drie) Gratiën en
financiën
(
regionaal, met name in België
, komt in plaats van dit laatste ook wel
financies voor).
Dubbel meervoud hebben bijv.:
assurantie - assuranties of assurantiën,
ceremonie - ceremoniën/ceremonies,
evangelie - evangeliën/evangelies,
historie - histories/historiën,
lelie - lelies/leliën,
provincie - provincies/provinciën,
studie - studies/studiën,
tralie - tralies/traliën
De woorden met en-meervoud zijn
formeel
;
historiën,
leliën,
provinciën,
studiën en
traliën
zijn als
archaïsch
te beschouwen.
|
Het woord
orgie komt met verschillende klemtoon en verschillend meervoud voor,
namelijk
orgíe - orgíeën en
órgie - órgiën.
[2]
Leenwoorden op -or;
Bij de leenwoorden op -or komen meervoudsvormen op
-s en op -en voor. Bij sommige woorden, die nog
duidelijk als Latijn worden aangevoeld, vindt men soms de Latijnse uitgang
-es (bijv.
doctor - doctores,
pastor - pastores,
senior - seniores
).
Bij de meervoudsvormen op -en (en op -es) wordt
de korte o van het enkelvoud, die geen
klemtoon heeft, veranderd in een lange oo en beklemtoond
(zie de accenttekens die (alleen) bij het eerste voorbeeld hieronder
aangebracht zijn). Bij de meervoudsvormen op -s vinden deze
veranderingen niet plaats. Voorbeelden:
condensátor - condensatóren/condensátors,
kernreactor - kernreactoren/kernreactors,
lector - lectoren/lectors,
professor - professoren/professors,
projector - projectoren/projectors,
radiator - radiatoren/radiators,
rector - rectoren/rectors,
reformator - reformatoren/reformators,
transformator - transformators/transformatoren,
ventilator - ventilatoren/ventilators
. Vooral bij benamingen van hoge maatschappelijke functies als
professor,
lector,
rector wordt het meervoud op -s als stilistisch niet
adequaat beschouwd.
Er zijn ook substantieven waarbij maar één van beide meervoudsvormen
mogelijk is, bijv.
literator - literatoren;
navigator - navigators
.
Een enkele keer hangt verschillende meervoudsvorming samen met
betekenisverschil. Een voorbeeld is
curator
; voor sommige taalgebruikers ook
motor: het meervoud
motoren hoort dan bij de betekenis 'machine' en 'vervoermiddel',
motors alleen bij 'vervoermiddel'.
[3]
Woorden die eindigen op een sjwa;
Van de woorden die eindigen op een sjwa, hebben de gesubstantiveerde
adjectieven altijd een meervoud op -en
; daarbij wordt deze sjwa met die van de meervoudsuitgang tot één sjwa
gereduceerd, bijv.:
blinde - blinden,
overledene - overledenen,
Groene - Groenen
. Van de overige woorden op een sjwa hebben sommige altijd een
en -meervoud, bijv.:
gave - gaven,
premisse - premissen,
seconde - seconden
. andere altijd een s-meervoud, bijv.:
dame - dames,
file - files,
visite - visites
. (Voor vrouwelijke persoonsnamen op -e zie ook
.) De meeste woorden kunnen echter beide meervoudsvormen hebben, bijv.:
bode - boden/bodes,
collecte - collectes/collecten,
gemeente - gemeenten/gemeentes,
geraamte - geraamten/geraamtes,
groente - groenten/groentes,
kade - kaden/kades,
type - typen/types,
vitamine - vitaminen/vitamines,
ziekte - ziekten/ziektes
. Waar dit dubbele meervoud voorkomt, wordt in de
gesproken taal
meestal de s-vorm gebruikt, in de
geschreven taal
nog wel de en -vorm, maar het meervoud op -s is
bij deze categorie duidelijk in opmars.
Van een aantal woorden die op -de eindigen, wordt in
gesproken taal
de verkorte vorm zonder -de gebruikt: in plaats van
lade wordt gewoonlijk
la gezegd. Bij de meervoudsvorming van deze woorden verschijnt
echter de volledige vorm weer en treedt de meervoudsuitgang
-en op, bijv.:
la(de) - laden,
roe(de) - roeden,
slee/slede - sleden,
snee/snede - sneden,
spa(de) - spaden,
tree/trede - treden,
wei(de) - weiden
.
[4]
Woorden op onbeklemtoond -el, -em,
-en, -er, evenals woorden op -aar,
-aard en -erd;
Deze woorden hebben in de regel een meervoud op -s
(categorieën [1] en [3]). Daarnaast komen
echter ook veel meervoudsvormen op -en voor, met name bij de
woorden die eindigen op -el, -en,
-er en -aar. Altijd -en hebben
bijv.:
christen - christenen,
engel - engelen,
heiden - heidenen,
lauwer - lauweren,
wonder - wonderen,
zemelen (plurale tantum)
. Dubbel meervoud komt onder andere voor bij:
aardappel - aardappelen/aardappels,
ader - aderen/aders,
ambtenaar - ambtenaren/ambtenaars,
appel - appels/appelen,
artikel - artikelen/artikels,
beoefenaar - beoefenaars/beoefenaren,
beoordelaar - beoordelaars/beoordelaren,
dienaar - dienaren/dienaars,
eigenaar - eigenaars/eigenaren,
euvel - euvelen/euvels,
handelaar - handelaren/handelaars,
hazelaar - hazelaars/hazelaren,
kandelaar - kandelaars/kandelaren,
maatregel - maatregelen/maatregels,
mossel - mosselen/mossels,
ooievaar - ooievaars/ooievaren,
zondaar - zondaars/zondaren
. Soms komt een meervoudsvorm op -en alleen voor in
archaïsche taal
of in vaste uitdrukkingen. Dit geldt bijv. voor:
heuvel - heuvelen,
raadsel - raadselen,
regel - regelen,
teken - tekenen,
vinger - vingeren,
vogel - vogelen,
water - wateren
In uitdrukkingen en zegswijzen komt evenwel gewoonlijk de meervoudsvorm
waters voor, bijv. in
stille waters hebben diepe gronden.
Een duidelijk
geografisch verschil
treffen we aan in de vormen
leraren en
leraars, die respectievelijk voornamelijk in Nederland en in België
in gebruik zijn.
Dubbele meervoudsvormen komen ook voor bij inwonersnamen op
-aar. De vormen op -en zijn
vooral gebruikelijk
in Nederland, in België
wordt overwegend het s-meervoud gebezigd. Voorbeelden zijn:
Brusselaars,
Gentenaars,
Hagenaars of
Hagenaren,
Nijmegenaars of
Nijmegenaren
.
|