|
Het substantief kent in zeer beperkte mate een vorm op
-e, die
datief genoemd wordt en alleen
voorkomt in vaste uitdrukkingen. Als zodanig zijn bijv. te beschouwen:
in den beginne,
in koelen bloede,
om den brode,
heden ten dage,
van (ganser) harte,
uit hoofde van,
van goeden huize,
ten huize van,
ten enen male,
bij monde van,
ten onrechte,
te bestemder plaatse,
met voorbedachten rade,
te rade gaan bij,
ten tijde van,
te allen tijde,
met dien verstande
.
|
|