|
Andere substantieven die met betekenisverschil als de- en als
het-woord kunnen optreden, zijn bijv.:
aas: de/het aas (in kaartspel) - het
aas ('voedsel');
afval: de afval ('het afvallen') - het/de
afval ('het afgevallene'; 'vuilnis');
baai: de baai ('zeearm'; 'tabak') - de
of het baai (weefsel);
bal: de bal (voorwerp) - het bal ('
feest');
blik: de blik ('oogopslag') - het blik
(metaal; voorwerp);
bloed: de (onnozele) bloed - het bloed
('lichaamsvocht');
bocht: de bocht ('kromming') - het/de
bocht ('slechte waar');
boeket: het/de boeket ('bloemruiker') - het
boeket ('geur en smaak');
boord: de boord ('rand, kant') - de
of het boord ('kraag'; van schip);
bos: de bos ('bundel') - het bos ('
woud');
bot: de bot (vis) - het bot ('
been');
buis: de buis ('pijp') - het buis
(kledingstuk);
doek: de doek ('lap') - het doek ('
schilderij'; 'gordijn') (n.b Als stofnaam het/de
doek: zie ***EMPTY ra r5***.);
duin: de of het duin ('zandheuvel') -
het duin (verzamelnaam);
eigendom: de eigendom (recht) - het
eigendom ('wat iemand toebehoort');
fortuin: de fortuin ('(nood)lot') - het
fortuin ('geld'; 'geluk');
gemaal: de gemaal ('echtgenoot') - het
gemaal (andere betekenissen);
genie: de genie (legeronderdeel) - het
genie (andere betekenissen);
gift: de gift ('geschenk') - het
gif(t) ('vergif');
grauw: de grauw ('snauw') - het grauw
('gepeupel');
heer: de heer (persoonsnaam) - het
heer ('leger'; 'heerschap');
hof: de hof ('tuin') - het hof
(andere betekenissen);
idee: de idee (filosofische term) - het
idee ('denkbeeld');
jacht: de jacht ('het jagen') - het
jacht (boot);
kamp: de kamp ('strijd') - het kamp ('
tijdelijke woonplaats');
kapitaal: de kapitaal ('hoofdletter') - het
kapitaal ('geld');
klad: de klad ('smet') - het klad ('
voorlopige versie');
koppel: de koppel ('band') - het
koppel ('stel');
koraal: de koraal ('kraal') - het
koraal (stofnaam; gezang);
kwart: de kwart (muziekterm) - het
kwart ('vierde');
lek: de lek ('het lekken') - het lek
('scheur, reet waaruit iets lekt');
licentiaat: de licentiaat (persoon) - het
licentiaat (graad);
lof: de lof ('eerbetuiging') - het lof
(andere betekenissen);
maal: de maal ('keer') (echter ook: dit
maal) - het maal ('maaltijd');
mens: de mens (algemeen) - het mens ('
vrouw')
;
metaal: de metaal (bedrijfssector) - het
metaal (stofnaam);
moer: de moer ('vlak lichaam waarin een gat met
schroefdraad aan de binnenzijde'; 'vrouwelijk wezen') - het
moer ('veenmoeras');
omslag: de omslag ('drukte'; 'verandering';
'verdeling') - de/het omslag (andere betekenissen);
opzet: de opzet (andere betekenissen dan
'voornemen'; 'bedoeling') - het opzet ('voornemen';
'bedoeling');
pad: de pad (dier) - het pad ('
weg');
patroon: de patroon (persoonsnaam; 'huls met
lading') - het patroon ('model'; 'tekening');
pleister: de pleister (op een wond) - het
pleister (stofnaam);
port: de port (wijn) - de/het port(o)
('vrachtloon');
portier: de portier (persoonsnaam) - het
portier ('deur');
punt: de punt ('spits'); de/het punt
('leesteken') - het punt (andere betekenissen);
ree: de ree ('rede') - de/het ree
(dier);
rek: de rek ('het rekken') - het rek
(andere betekenissen);
rijm: de rijm ('rijp') - het rijm ('
klankgelijkheid'; 'gedicht');
rot: de rot ('rat') - het rot (andere
betekenissen);
schap: het/de schap ('plank') - het
schap ('bedrijfschap');
schrift: de Schrift ('Bijbel') - het
schrift (andere betekenissen);
slag: de slag (andere betekenissen dan 'soort')
- het slag ('soort');
sloop: de sloop ('het slopen') - de/het
sloop ('kussenovertrek');
soort: de soort (in de biologie) - het
of de soort (andere betekenissen);
spoor: de spoor ('spore'; 'uitsteeksel') -
het spoor (andere betekenissen);
stempel: de stempel (deel van een plant;
steunbalk) - de of het stempel ('stempelwerktuig';
ook figuurlijk) - het stempel ('stempelafdruk'; ook
figuurlijk);
stift: de stift ('staafje') - het
stift ('klooster');
stof: de stof (andere betekenissen dan
'stuifsel') - het stof ('stuifsel');
substituut: de substituut (persoonsnaam) -
het substituut (zaaknaam);
textiel: de textiel (bedrijfssector) -
de of het textiel (stofnaam);
thema: de/het thema (schoolopgave) - het
thema ('onderwerp');
toeval: de/het toeval ('aanval van (vallende)
ziekte') - het toeval ('onberekenbaar gebeuren');
veer: de veer (van vogel; 'springveer') -
het veer ('pont');
vizier: de vizier (persoonsnaam) - het
vizier (andere betekenissen);
vlak: de vlak ('smet') - het vlak
(andere betekenissen);
vlek: de vlek ('smet') - het vlek ('
dorp');
vocht: de of het vocht ('vochtigheid')
- het vocht ('vloeistof');
want: de want ('handschoen') - het
want ('touwwerk');
was: de was (andere betekenissen dan de stofnaam)
- de/het was (stofnaam);
wee: de wee ('barenswee') - het wee
(andere betekenissen);
weer: de weer (in de uitdrukking in -
zijn; ook in samenstellingen als brandweer en
noodweer) - het weer ('atmosferische toestand');
weerlicht: de weerlicht (krachtterm) -
het/de weerlicht (natuurverschijnsel);
welp: de welp ('jonge padvinder') - de/het
welp (jong van bepaalde dieren);
wissel: de wissel (andere betekenissen dan
'spoorwegwissel') - de/het wissel ('spoorwegwissel');
wurm: de wurm ('worm') - het wurm ('
kind');
zegel: de zegel ('plakzegel') - het
zegel (andere betekenissen);
zicht: de zicht ('kleine zeis') - het
zicht (andere betekenissen)
.
|
|