|
|
Morfologische en syntactische indelingen
|
[ 3·2·2 ]
|
1 |
Een morfologische indeling van substantieven is die naar de
meervoudsuitgangen (-en, -s, -eren,
enzovoort)
.
Een syntactische indeling is die naar het genus of grammaticaal geslacht.
De substantieven kunnen naar hun combinatiemogelijkheid met een van de
bepaalde lidwoorden, onderscheiden worden in de- en
het -woorden; in de eerste categorie is ten dele een
onderverdeling in mannelijke en vrouwelijke substantieven te maken
.
|
|
2a |
Een morfologisch-syntactische indeling is die in
telbare en
niet-telbare substantieven.
Niet-telbare substantieven onderscheiden zich van telbare doordat ze
alleen in het enkelvoud of alleen in het meervoud voorkomen. In het eerste
geval worden ze singularia (enkelvoud:
singulare)tantum genoemd; in
het tweede geval pluralia (enkelvoud:
plurale)tantum.
|
|
2b |
Pluralia tantum zijn meestal te beschouwen als
verzamelnamen die een veelheid noemen waarbij men geen afzonderlijke
eenheden onderscheidt. Voorbeelden:
aanstalten (alleen in:
aanstalten maken),
bescheiden,
chemicaliën,
doeleinden,
financiën,
gebroeders,
gezusters,
hersenen,
hurken (alleen in:
op zijn hurken zitten),
ingewanden,
inkomsten,
kosten,
lurven (vrijwel alleen in:
bij zijn lurven pakken),
manen,
mazelen,
notulen,
omstreken,
onkosten,
onlusten,
paperassen,
troebelen,
waterpokken,
watten
. Het niet onderscheiden van afzonderlijke eenheden staat het aangeven van
grotere of kleinere hoeveelheden (kwantificering)
meestal niet in de weg, bijv.:
|
(1)
|
Er liggen hier nog heel wat bescheiden van mijn voorganger.
|
|
(2)
|
Deze maatregel betekent: meer paperassen, maar minder (on)
kosten.
|
|
(3)
|
Er liggen altijd vooral veel ingewanden in de afvalemmer.
|
Maar bijv. niet:
|
(4)
|
Wat heeft dat kind veel mazelen!
<<uitgesloten>>
|
Of een woord tot de pluralia tantum behoort, is overigens niet altijd met
volledige zekerheid uit te maken. Een enkelvoudsvorm als
een waterpok lijkt niet onmogelijk.
Opmerking 1
|
Naast
de ingewanden bestaat
het ingewand, dat echter evenzeer een verzamelnaam is en niet als
enkelvoud van
ingewanden beschouwd kan worden.
|
|
Opmerking 2
|
Het
regionaal (in België)
voorkomende gebruik van de enkelvoudsvorm
kost (ook in samenstellingen, bijv.
loonkost,
meerkost) zoals in
De totale kost bedraagt 10000 euro of De loonkost is
sinds 1995 sterk gestegen behoort niet tot de standaardtaal.
|
|
Een bijzondere groep binnen de pluralia tantum vormen de (vooral
aardrijkskundige) eigennamen in meervoudsvorm, die eveneens als
verzamelnamen te beschouwen zijn, bijv.
de Alpen,
de Karpaten,
de Hebriden,
de Verenigde Staten;
de Middeleeuwen,
de Staten-Generaal
.
|
|
2c |
Singularia tantum kunnen niet alleen geen meervoudsvorm aannemen, maar ze
kunnen ook niet gecombineerd worden met een bepaald hoofdtelwoord en
alleen in bepaalde gevallen met het lidwoord een.
Kwantificering met veel is in een aantal gevallen wel
mogelijk. Vergelijk:
|
(5a)
|
Er lag zand in de kamer.
|
|
(5b)
|
Er lag veel zand in de kamer.
|
|
(5c)
|
Er lagen zanden in de kamer.
<<uitgesloten>>
|
|
(5d)
|
Er lag één zand in de kamer.
<<uitgesloten>>
|
|
(5e)
|
Er lag een zand in de kamer.
<<uitgesloten>>
|
(Voor een in uitroepende zinnen als Er lag me toch
een zand in de kamer! zie
.)
Tot de singularia tantum behoren: eigennamen
(voorzover geen pluralia tantum), behalve wanneer ze als soortnamen
gebruikt worden
, stofnamen (als zodanig gebruikt), abstracta die als stofnamen
gebruikt worden
, sommige verzamelnamen (bijv.
vee,
kroost,
buit,
politie,
rommel
) en voorts substantiveringen van werkwoorden als
het huilen en afleidingen van werkwoorden met het voorvoegsel
ge-, zoals
het gehuil.
De stofnamen, abstracta en verzamelnamen die tot deze categorie behoren,
kunnen wel met het lidwoord een gecombineerd worden als ze
van een nadere bepaling voorzien zijn. Voorbeelden:
|
(6)
|
Dit is een wijn uit de Rhônestreek.
|
|
(7)
|
Ze hebben daar een bier waar ik nog nooit van gehoord had.
|
|
(8)
|
Dat was een vrijgevigheid die aanstekelijk werkte.
|
|
(9)
|
Een fanatisme zoals hij aan de dag legt, kom je niet vaak tegen.
|
|
(10)
|
Je kunt het rommel noemen, maar het is een heel kostbare rommel.
|
Opmerking 3
|
Zonder nadere bepaling zijn wel gevallen mogelijk als (i)
of (ii):
|
(i)
|
Er ging een gejuich op.
|
|
(ii)
|
Een lach gleed over haar gezicht.
|
|
|
Soms kunnen singularia tantum ook in het meervoud voorkomen. De betekenis
is dan 'soorten van het genoemde'. De meervoudsvormen behoren soms tot
bepaalde vaktalen:
bieren en
wijnen zullen voor de meeste taalgebruikers normale vormen zijn,
alcoholen is alleen in gebruik bij chemici. Ook zijn er vaak
idiomatische verschillen, bijvoorbeeld bij abstracta. Het meervoud van
sport is normaal, bijv.:
|
(11)
|
Voetbal en hockey zijn totaal verschillende sporten.
|
Dat van
kunst komt onder meer voor in de verbinding
de Schone Kunsten en in de vroegere benaming van het (Nederlandse)
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, maar is minder
gewoon in de betekenis 'soort kunst, kunstvorm', bijv.:
|
(12)
|
Beeldhouwen en pottenbakken zijn totaal verschillende kunsten.
|
Het meervoud van
muziek bestaat niet:
|
(13)
|
Het werk van Bach en dat van Handel zijn totaal verschillende
muzieken.
<<uitgesloten>>
|
Opmerking 4
|
Een aantal abstracta kent in de betekenis 'geval van x' in weerwil van
niet-telbaarheid toch een meervoud, bijv.
winst - winsten,
fraude - fraudes,
opbrengst - opbrengsten,
controle - controles,
twijfel - twijfels,
verlies - verliezen
.
|
|
|
|
|
|