Werking, referentiepunt en spreekmoment vallen (gedeeltelijk) samen
 
[ 2·4·8·4·iii ]
 
1 De zin bevat een bepaling van duur die betekent 'altijd' of 'gedurende de hele periode die in de context en/of situatie relevant is'. In dit geval kunnen perfectum en presens gebruikt worden. Het perfectum is verplicht bij altijd of nooit. Voorbeelden (voor alle onder iii vermelde zinnen wordt uiteraard aangenomen dat de uitgedrukte werking op het spreekmoment nog voortduurt):

(1) We hebben altijd in deze flat gewoond en zijn nog nooit verhuisd.
(2) Voorzover ik weet heeft dit beeld hier altijd gestaan.

Opmerking

Bij andere bepalingen van duur met bovengenoemde betekenis is het perfectum altijd mogelijk. Het presens kan in ieder geval gebruikt worden als de duurbepaling nader bepaald wordt door het bijwoord al; in andere gevallen soms moeilijk. Voorbeelden:

(3a) Hans heeft zijn hele leven bij dezelfde baas gewerkt.
(3b) Hans werkt zijn hele leven al bij dezelfde baas.
(3c) Hans werkt zijn hele leven bij dezelfde baas.   <<twijfelachtig>>
(4a) Ik ben de hele tijd hier in de kamer geweest en ik heb niets gehoord.
(4b) Ik ben de hele tijd al hier in de kamer en ik heb niets gehoord.
(4c) Ik ben de hele tijd hier in de kamer en ik heb niets gehoord.   <<twijfelachtig>>
(5a) Dat beeld heeft hier van het begin af gestaan.
(5b) Dat beeld staat hier al van het begin af.
(5c) Dat beeld staat hier van het begin af.


 
2 De zin bevat een bepaling van duur die een in principe beperkte tijdsruimte aanduidt. Het presens is hier de normale werkwoordstijd. Voorbeelden:

(6a) Hij ligt sinds vorige week zondag in het ziekenhuis.
(7a) We staan nu al twee weken op deze camping.

Het perfectum kan alleen gebruikt worden in contexten en/of situaties waarin het einde van de werking een rol speelt: doordat het in zicht is, eraan gedacht wordt, enz. Voorbeelden:

(6b) A: (Leo komt morgen gelukkig weer thuis.) B: (Weer thuis? Is hij dan niet thuis?) A: Hij heeft sinds vorige week zondag in het ziekenhuis gelegen.
(7b) We hebben nu al twee weken op deze camping gestaan, (ik wil nu wel eens ergens anders heen).


 
3 De zin bevat geen bepaling van duur. In dit geval is alleen het presens mogelijk.

(8a) Mijn broer werkt in de meubelbranche.
(9) We logeren in hotel Bristol. Hartelijke groeten, Kees.

Een zin als:

(8b) Mijn broer heeft in de meubelbranche gewerkt.

kan alleen betekenen dat de broer op het moment van spreken niet meer (in die bedrijfstak) werkt.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina