Eindpuntgebeurens
 
[ 30·2·1·2 ]
 
Net als puntgebeurens zijn ook eindpuntgebeurens terminatief, maar anders dan puntgebeurens hebben ze wel een interne temporele geleding. Ze bestaan uit een activiteit of proces met een zeker verloop en een eindpunt. Het betreft situaties die een bepaalde verandering of ontwikkeling weergeven die gelimiteerd is in de tijd, omdat er een inherent eindpunt aanwezig is.
     Het is derhalve niet zo, dat wanneer men een eindpuntgebeuren waarneemt, men het meteen in zijn geheel heeft waargenomen. Een eindpuntgebeuren heeft een beginpunt, een bepaalde voortgang en een eindpunt. Een voorbeeld:

(1) Carla liep de marathon van Rotterdam.

In het gegeven voorbeeld kan men zich voorstellen dat Carla eerst een eerste stap zette, gevolgd door een heleboel andere stappen, totdat ze er zoveel gezet had dat de marathon van Rotterdam gelopen was. Alleen wanneer die laatste stap die haar de finish doet bereiken, ook gezet is, kunnen we spreken van 'Carla heeft de marathon van Rotterdam gelopen'. Daarom geldt niet dat Carla, wanneer ze de marathon van Rotterdam aan het lopen is en ze stopt er onderweg mee, de marathon van Rotterdam gelopen heeft. Ze heeft in dat geval slechts een gedeelte van de marathon van Rotterdam gelopen.
     Andere voorbeelden van eindpuntgebeurens zijn:

(2) Komrij schreef een mooi boek over zijn jeugd.
(3) Het ijsklontje smolt in zijn hand.
(4) De vrouw vulde het glas met water.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina