|
|
Puntgebeurens
|
[ 30·2·1·1 ]
|
|
Het kenmerkende van puntgebeurens is dat ze zich op een enkel
waarnemingspunt voltrekken. Ze zijn terminatief en hebben geen interne
temporele geleding. Zodra men iets van een puntgebeuren waarneemt, neemt
men het in zijn geheel waar. Dit betekent overigens niet dat situaties die
als zodanig gekenschetst worden, in de werkelijkheid ook geen duur hebben
of dat ze zich bijvoorbeeld in precies een seconde voltrekken. Het betekent
dat wij geen verdere structuur aanbrengen in het beeld dat we van een
dergelijke situatie hebben. We beschouwen de situatie als een ondeelbare
eenheid. Een voorbeeld:
De situatie die in zin (1) wordt weergegeven, kent geen
verdere structurering. Ze geeft niet een bepaald verloop weer. We zeggen
dat een dergelijke situatie geen interne temporele geleding heeft. 'Het
ontploffen van de bom' voltrekt zich ineens.
Andere voorbeelden van puntgebeurens zijn:
|
(2)
|
Feiko vond de trouwring van zijn moeder.
|
|
(3)
|
Hij schrok van de plotselinge harde klap.
|
|
(4)
|
Tijdens het middageten, zomaar tussen sla en biefstuk door, schoot me een
nogal vreemd voorval te binnen dat ik pas had meegemaakt.
|
|
|
|
|