Weglating van het onderwerp bij inversie in het eerste lid
 
[ 27·5·2·2·ii·2 ]
 
Is het eerste zinsdeel van het eerste lid een bijwoordelijke bepaling of een bepaling van gesteldheid (en is er dus inversie), en hebben de leden het onderwerp gemeenschappelijk, dan kan dit weggelaten worden. Dit komt vooral voor in gewone en rangschikkende aaneenschakelingen. Voorbeelden:

(11) Daarna kwam hij bij ons aan tafel staan en (-) schonk de wijn in.
(12) Opeens draaide ik me om en (-) riep hees: " Ik staak ook".
(13) Lachend liep Dickerdack dus verder en (-) kwam ten slotte bij een viersprong.
(14) Meestal werd een bastaard erkend en (-) deelde in de rechten en de bezittingen van zijn natuurlijke vader.
(15) Thuisgekomen breng je de cadeautjes naar boven en (-) stopt ze onder je bed.
(16) Zwijgend zit je daar en (-) kijkt door het raam.
(17) Waarom verstop je je in het donker en (-) springt dan te voorschijn om een mens aan te blaffen?

Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina