Inhoudelijk
 
[ 26·2·1·3·2 ]
 
Een tweede type is beperkt tot nevenschikkingen waarvan het tweede lid, de of-zin, een vorm van het eigenlijk-modale hulpwerkwoord moeten bevat. De betekenis van de nevenschikking is, dat de inhoud van het eerste lid slechts gerealiseerd wordt als de in het tweede lid vervatte voorwaarde niet wordt vervuld. Het voegwoord of kan vervangen worden door als...niet of tenzij, waarbij de vorm van moeten vervalt. Voorbeelden zijn:

(14a) U mag volgende week het ziekenhuis verlaten, of er moeten zich complicaties voordoen.
(14b) U mag volgende week het ziekenhuis verlaten, als er zich geen complicaties voordoen.
(15a) Morgen gaan we wandelen, of het moest regenen.
(15b) Morgen gaan we wandelen, tenzij het regent.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina