Congruentie onderwerp - persoonsvorm
 
[ 25·11·2·2·4 ]
 
Onderwerpsnevenschikkingen met zowel-als die enkelvoudige leden hebben, kunnen altijd met een enkelvoudige persoonsvorm verbonden worden. Als in een overeenkomstige conjunctie met en het meervoud verplicht of mogelijk is (zie , regel [2] en [3]), is er keuze tussen enkel- en meervoud. In het taalgebruik bestaat in die gevallen een duidelijke voorkeur voor het meervoud, vooral als de nevenschikking meer dan twee leden heeft. Vergelijk:

(7a) Er is goud en zilver gevonden.
(7b) Er is zowel goud als zilver gevonden.
(8a) Dit en dat moet in de auto.
(8b) Dit zowel als dat moet in de auto.
(9a) Het een en het ander is onjuist.
(9b) Zowel het een als het ander is onjuist.
(10a) De man en de vrouw waren op de hoogte.
(10b) De man zowel als de vrouw waren/was op de hoogte.
(11a) Rijkdom, geluk en een lang leven waren zijn deel.
(11b) Zowel rijkdom als geluk als een lang leven waren/was zijn deel.
(12a) Wijn uit Roemenië en wijn uit Bulgarije wordt/worden hier niet verkocht.
(12b) Zowel wijn uit Roemenië als wijn uit Bulgarije worden/wordt hier niet verkocht.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina