|
|
Congruentie onderwerp - persoonsvorm
|
[ 25·7·2·1·3 ]
|
|
Nevenschikkingen met en-en die als onderwerp fungeren en
enkelvoudige leden hebben, worden meestal met een enkelvoudige persoonsvorm
verbonden. Als in een overeenkomstige conjunctie met en het
meervoud verplicht is of de voorkeur heeft (zie
, regel [2] en [3]) is er keuze tussen enkel-
en meervoud, maar ook dan heeft een enkelvoudige persoonsvorm de voorkeur.
Enkele voorbeelden:
|
(5)
|
En dit én dat moet in de auto.
|
|
(6)
|
Er ligt én ham én kaas in de koelkast.
|
|
(7)
|
Ben je er zeker van dat én de ham én de kaas nog vers
is/zijn?
|
|
(8)
|
En Waldo én Richard én Gerrit is een schurk/zijn
schurken.
|
|
|
|
|