|
|
Aard van de leden
|
[ 25·4·2·2·2 ]
|
a |
Het voegwoord of kan alle soorten zinnen verbinden. Betreft
het zinnen met voor-pv, dan kunnen deze mededelend,
vragend of bevelend zijn:
|
(3)
|
Hij heeft getelefoneerd of hij heeft een brief geschreven.
|
|
(4)
|
Heb je het over Herodes de Grote, de Edomiet, of heb je het over Herodes
Atticus, de rijke Athener?
|
|
(5)
|
Dek de tafel of doe de vaat!
|
|
|
b |
Enkele voorbeelden met nevengeschikte zinnen met achter-pv
zijn:
|
(6)
|
Wie een idee heeft of wie mee wil werken, is altijd welkom.
|
|
(7)
|
Heb je hem gevraagd hoeveel het kost of hoeveel jij moet betalen?
|
|
(8)
|
Cor, die mijn fiets zou maken of een andere fiets zou brengen,
heeft zich niet laten zien.
|
|
(9)
|
Hij beloofde dat hij zijn huiswerk zou maken of de aardappels zou
schillen.
|
Bij nevenschikking binnen het zinsdeel (in (9) dat...
schillen) of zinsdeelstuk (in (8) die...
brengen) worden de gemeenschappelijke onderwerpen (in
(9) hij; in (8) die)
samengetrokken (vergelijk
).
|
|
|
|