Aantal leden
 
[ 25·4·2·2·1 ]
 
Het aantal leden is in beginsel onbeperkt. Een voorbeeld van een niet-exclusieve disjunctie met drie leden:

(1) Hij wandelde wat in de tuin (of) hij ging in het prieel zitten of hij amuseerde zich met steentjes keilen.

In deze nevenschikking hoeft het voegwoord niet herhaald te worden, terwijl in de volgende exclusieve disjunctie herhaling gewenst is om het exclusieve karakter te benadrukken:

(2) Je maakt je huiswerk, of je helpt je broer in de tuin, of je speelt met je zusjes.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina