Aard van de leden
 
[ 25·4·2·1·2 ]
 
Het voegwoord of kan alle soorten woorden of groepen verbinden die als leden van een nevenschikking kunnen fungeren (zie en ). Enkele voorbeelden:

(4) Frans of Marie heb ik niet gezien.
(5) Jou of je zus vertel ik het zeker niet.
(6) Praten of spelen kan ze wel, maar aan werken heeft ze een broertje dood.
(7) Gebeurde het ongeval bij de brug of op de Blandijnberg?

De leden zijn nevenschikkingen in bijv.:

(8) Petra en Jan of Sjaak en Ger moeten het zaakje maar opknappen.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina