|
|
Congruentie onderwerp - persoonsvorm
|
[ 25·2·2·1·4 ]
|
|
In zinnen waarin het onderwerp een nevenschikking met alsmede
en alsook is die enkelvoudige leden heeft, wordt een
enkelvoudige persoonsvorm gebruikt als de overeenkomstige conjunctie met
en met een enkelvoudige persoonsvorm verbonden moet of kan
worden; in andere gevallen is er keuze tussen enkel- en meervoud (zie
). Voorbeelden:
|
(7)
|
Er is goud alsmede zilver gevonden.
<formeel>
|
|
(8)
|
Er is een man alsook een vrouw aan de deur geweest.
<formeel>
|
|
(9)
|
Hij die moordt alsmede hij die brand sticht, krijgt
een zware straf.
<formeel>
|
|
(10)
|
De minister alsook de staatssecretaris was/waren
aanwezig.
<formeel>
|
|
|
|
|