|
|
Splitsing
|
[ 25·2·2·1·3 ]
|
|
De nevenschikkingen met alsmede en alsook kunnen
gemakkelijk gesplitst worden. Voorbeelden:
|
(5)
|
De minister was aanwezig, alsmede de staatssecretaris.
<formeel>
|
|
(6)
|
De pastoor werd schuldig bevonden, alsook de koster.
<formeel>
|
|
|
|
|