Aard van de leden
 
[ 25·1·2·2·2 ]
 
Alle soorten zinnen kunnen door en nevenschikkend verbonden worden. Zie de voorbeelden (1) en (2) (bevelende respectievelijk mededelende zinnen met voor-pv) en verder:

(3) Hoe heet je? Waar en wanneer ben je geboren? En waar woon je?
(4) Er werd gevraagd of je een blanco strafregister had en welk universitair diploma je had behaald.
(5) Ik weet niet waarom Frank niet wil komen en waarom Bruce hem niet wil overhalen.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina