Aantal leden
 
[ 25·1·2·1·1 ]
 
Het voegwoord en kan twee of meer leden verbinden. Zijn er meer dan twee leden, dan kunnen de voegwoorden, behalve dat tussen het laatste en voorlaatste lid, weggelaten worden (zie ). Voorbeelden:

(1) Floris en Erik zijn geslaagd.
(2a) Floris, Bram, Erik en Freek zijn geslaagd.
(2b) Floris en Bram en Erik en Freek zijn geslaagd.

Bij de nadrukkelijke aaneenschakeling zijn combinaties van drie of meer leden niet erg gebruikelijk. Toch is bijv. wel mogelijk:

(3) Ik heb het aan mijn vrouw, ook aan mijn kinderen en zelfs aan de buren verteld.

Ook verdelende aaneenschakelingen zijn meestal tweeledig. De andere nevenschikkingen met en kennen in dit opzicht geen beperkingen.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina