|
|
Samenvattende uitdrukkingen
|
[ 21·8·2·3 ]
|
|
Bedoeld zijn hier woorden en uitdrukkingen als kortom,
kort gezegd/samengevat, om kort te gaan,
in/met één woord, met andere woorden,
nog eens, die een soort samenvatting van of een
aansluiting bij de voorafgaande context formuleren, bijv.:
|
(1)
|
Kortom, het |viel| ze erg tegen.
|
|
(2)
|
Met andere woorden, hij |is| niet |te vertrouwen.|
|
|
(3)
|
Nog eens, ik |kom| er niet meer op terug.
|
Dit type aanloop krijgt nooit een verwijswoord in de eigenlijke zin; het is
alleen door komma-intonatie gekarakteriseerd. De uitdrukking kort
gezegd/samengevat kan ook op de eerste zinsplaats voorkomen,
vergelijk:
|
(4a)
|
Kort samengevat, het |komt| erop neer | | dat hij niet mee wil.
|
|
(4b)
|
Kort samengevat |komt| het erop neer | | dat hij niet mee wil.
|
De andere uitdrukkingen kennen die mogelijkheid niet. Wel kunnen ze net als
kort gezegd/samengevat in het middenstuk staan. Een
uitzondering hierop vormt nog eens.
|
|
|
|