|
(1a)
|
|Zou| je me het boek even |kunnen aangeven? |
|
|
(1b)
|
|Zou| je me het boek even aan |kunnen geven? |
|
|
(2a)
|
|Omdat| hij haar niet tijdig |had kunnen op bellen| (was hij
maar niet gekomen.)
|
|
(2b)
|
|Omdat| hij haar niet tijdig op |had kunnen bellen| (was hij
maar niet gekomen.)
|
|
(3a)
|
Ze |hadden| de kelder |laten vol lopen.|
|
|
(3b)
|
Ze |hadden| de kelder vol |laten lopen.|
|
|
(4a)
|
Ik |wil| niet tot aan mijn pensioen |blijven lesgeven.|
|
|
(4b)
|
Ik |wil| niet tot aan mijn pensioen les |blijven geven.|
|